Stel de mens centraal bij AI
Gebruik algoritmes ondersteunend, maak ze niet leidend
Je hoort en leest steeds vaker in de media dat AI ons leven overneemt en dat robots zich misschien zelfs wel een kant op ontwikkelen die wij niet willen. Sommigen zien dat zelfs als reden om deze technologie dan maar volledig links te laten liggen. Die angst is nergens voor nodig, zo lang je AI maar inzet als aanvulling op de mens. Wat zijn de aandachtspunten?
Baby’s zijn bij hun geboorte volledig afhankelijk van de zorg van hun ouders. Het duurt jaren voordat een mensenkind zich zelfstandig kan redden. Vergelijk dat eens met een veulen, dat binnen een uur al staat. Of een dolfijn, die zwemmend ter wereld komt. Er is echter een groot verschil tussen mensen en dieren: dieren zijn ontwikkeld om in bepaalde omstandigheden te overleven. Veranderen de omstandigheden vrij plotseling, dan zal die diersoort uitsterven of op zijn minst decennia nodig hebben om zich aan te passen. We zien het momenteel overal om ons heen.
Aanpassen aan omstandigheden
De mens daarentegen is van nature in staat zich aan te passen aan wisselende omstandigheden. Wij kunnen overleven op een bevroren toendra, maar ook in de Sahara; we overleven in heel dunbevolkte gebieden zoals Groenland, maar ook in een drukke stad. We zijn hiertoe in staat omdat onze hersenen, anders dan de hersenen van dieren, nog niet zijn voorgeprogrammeerd als we ter wereld komen. Ze vormen zich op basis van de ervaringen die we als kind opdoen. Daardoor duurt het veel langer voordat de hersenen zich hebben gevormd en een mensenkind zelfstandig kan functioneren, maar dit maakt wel dat mensen veel flexibeler dan dieren kunnen reageren op snel wijzigende omstandigheden.
Dit is ook het principe dat ten grondslag ligt aan artificial intelligence (AI). AI maakt gebruik van een neuraal netwerk dat zichzelf vormt aan de hand van associaties en ervaringen. In het geval van AI noemen we die ervaringen en associaties ‘connecties in de data’. Waar bij ‘gewone’ software een programmeur de verbindingen legt in de vorm van ‘what-if’-regels, vormt een zelflerend AI-model zichzelf, door op zoek te gaan naar verbanden in de data en afwijkingen daarin. Software die is gebouwd op basis van voorgeprogrammeerde regels functioneert heel goed in de omstandigheden die bij de bouw van die software in acht zijn genomen. Het punt is alleen dat die omstandigheden vandaag de dag veel sneller veranderen dan in het verleden. En dus hebben we software nodig die zich, net als de mens, snel kan aanpassen aan nieuwe situaties. En dat is precies waar AI toe in staat is.
Augmented intelligence
We noemen AI dit ook wel ‘augmented intelligence’ omdat het zich als een schil rondom de mens vormt. Vergelijk het met augmented reality, dat een laag over de werkelijkheid legt en zo een nieuwe blik op die werkelijkheid creëert. Op diezelfde manier is augmented intelligence een dataschil die je helpt om betere beslissingen te nemen. De mens staat in het midden en om hem heen bevinden zich geavanceerde algoritmen die hem of haar continu helpen bij het maken van afwegingen.
Er zijn drie aandachtspunten die belangrijk zijn voor het succes van AI:
1. AI is een aanvulling op en geen vervanging van menselijke denkkracht. Cognitieve AI-platformen zijn in staat om, net zoals mensen, contextuele informatie mee te nemen in beslissingen. Ook kan deze software goed omgaan met onvoorspelbaarheid en ambiguïteit, bijvoorbeeld met een woord dat meerdere betekenissen heeft, of een zin die je op verschillende manieren kunt interpreteren. Hoewel de technologie nog in ontwikkeling is en nog lang niet in staat is om het menselijk brein volledig na te bootsen, presteert AI in sommige situaties beter dan de mens. Een voorbeeld hiervan is vraagvoorspelling aan de hand van tientallen of misschien wel honderden factoren die van invloed zijn. Toch wil dit niet zeggen dat we dergelijke beslissingen volledig aan AI moeten overlaten. Zet het in als aanvulling op de mens, en niet als totale vervanging.
2. Associatieve data is brandstof voor innovatie. Op dit moment bevindt veel data zich nog in silo’s. Dat geldt voor data binnen een organisatie, maar zeker voor data in de toeleveringsketen of in de maatschappij. Hoe beter we in staat zijn om die data te combineren en in samenhang te onderzoeken, hoe holistischer onze visie wordt op complexe problemen. Of het nu gaat om het demand driven maken van een toeleveringsketen of het bedenken van oplossingen voor klimaatverandering, hoe meer data uit verschillende bronnen tegelijkertijd in ogenschouw kan worden genomen, hoe breder het beeld dat we hebben van een probleem en hoe beter we in staat zijn verschillende oplossingsrichtingen te bedenken en te combineren. Dit is de brandstof achter heel veel innovaties.
3. Zorg ervoor dat data te vertrouwen is door goede data governance. Naarmate we meer data uit meer bronnen – niet alleen interne maar ook externe – gaan combineren, wordt het steeds belangrijker dat we erop kunnen vertrouwen dat de data klopt en liefst ook volledig is en voorzien van een tijdstempel zodat de gebruiker inzicht heeft in de actualiteit van de data. Investeer daarom in methodes en middelen om de juistheid, volledigheid en actualiteit van data automatisch te controleren.
AI kan bewustzijn van de mens niet vervangen
Neemt AI ons leven over? Dat kan, maar wij denken dat de waarde van AI veel groter is als je het inzet als aanvulling op de mens. De kracht zit in de combinatie van mens en machine. Als AI goed wordt ingezet, dan bevindt de mens zich in het centrum en neemt zelf beslissingen, gevoed door inzichten op basis van data. AI kan immers, veel beter dan de mens, enorme hoeveelheden data in samenhang analyseren. Maar AI heeft geen bewustzijn, geen perceptie en geen inlevingsvermogen; allemaal zaken die wel nodig zijn om de juiste beslissingen te nemen. Gebruik AI voor die dingen waar het goed in is, en laat mensen excelleren op hun eigen gebied, gevoed door de inzichten uit data.
Door: Emmanuel Vanderhaegen (foto), Sales Director Benelux bij Qlik