Van VOC tot Cloud: De eeuwenoude kunst van data en distributie
Toen in de 17e eeuw de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd opgericht, ontstond er een ongekende revolutionaire infrastructuur voor wereldwijde handel. Pakhuizen, havens, schepen en landkaarten vormden de fysieke basis voor de uitwisseling van waardevolle goederen. In onze tijd heeft deze wereld van fysieke logistiek er een digitale versie bijgekregen: de digitale distributie van informatieproducten. Maar de onderliggende principes zijn verrassend gelijk gebleven.

De cloud is in veel opzichten de digitale echo van de handelsinfrastructuren van de VOC. Data is de nieuwe specerij, de nieuwe olie. Computing is de moderne variant van de wind in de zeilen: de rekenkracht die beweging mogelijk maakt. En net zoals in de Gouden Eeuw, gaat het niet alleen om wat je hebt (goederen of informatieproducten), maar vooral om hoe je het organiseert, transporteert en benut.
Van goederenstromen naar digitale productstromen
In de tijd van de VOC waren goederen tastbaar: kaneel, thee, zijde, porselein. Vandaag zijn het bits en bytes: klantdata, productinformatie en algoritmen die toegevoegde waarde voor de gebruikers leveren. Maar net als vroeger moeten deze goederen worden opgeslagen, verplaatst en bewerkt om die waarde te krijgen en te behouden. De pakhuizen van toen zijn onze datacenters waar onze data veilig en – vooral – ordentelijk ligt opgeslagen. De schepen van toen zijn de computers en switches in datacenters en netwerken om de inhoud te verwerken en te verplaatsen. De metadata waarmee we informatieproducten ordentelijk kunnen opslaan, vormen de landkaarten die de structuur vormen en richtinggevend zijn voor de route en het gebruik van data.
De handelsroutes en havens van toen zijn nu digitale snelwegen en datacenters geworden die op federatieve wijze zowel zelfstandig kunnen functioneren maar ook met elkaar communiceren en samenwerken. Gefedereerde netwerken worden gekenmerkt door een systeem van onafhankelijke en toch onderling verbonden netwerken, servers of diensten die via gemeenschappelijke protocollen communiceren, waardoor gebruikers op verschillende servers om naadloos te interacteren. Deze structuur maakt autonomie en bestuursdiversiteit in het netwerk mogelijk, aangezien elk server kan zijn eigen regels en administratie hebben en toch deel uitmaken van een grotere, onderling verbonden gemeenschap.
De menselijke metafoor blijft geldig
De menselijke metafoor is even krachtig. Het brein staat voor kennis en strategie in de vorm van data, informatie en kennis. De spieren voor actie en uitvoering: bewegen en verwerking. Zonder hersenen weten spieren niet hoe ze moeten bewegen. Zonder spieren blijft het brein passief op zijn plaats. Samen kunnen ze zelfstandig in de wereld reizen. In de digitale wereld is het niet anders: data zonder rekenkracht blijft ongebruikt, rekenkracht zonder data creëert geen waarde. Het bijzondere van de digitale wereld is dat we nu onze informatieproducten in zichzelf intelligentie kunnen geven. De metadata die het product definieert en beschrijft, kunnen we ook gebruiks-, toepassings- en context-informatie meegeven. Opdat het product als een kleine microservice zelfstandig zijn weg in de gefedereerde digitale wereld kan vinden. Data die zelf in een digitale bibliotheek zijn weg en plaats vindt. Zelf een actief gemeenschappelijk archief wordt, bruikbaar voor hen die het (kunnen) vinden en nodig hebben.
De cyclische spriraal van Vooruitgang
Zowel technologische als maatschappelijke evolutie verloopt cyclisch. Volgens Kondratiev beweegt de economie zich in golven van technologische revoluties van zo’n 50 jaar. Denk aan de ontwikkeling van stoom, elektriciteit, massaproductie, elektronica en – nu – digitalisering. Elk tijdperk brengt een nieuwe infrastructuur met nieuwe fabrieken en netwerken zich mee. The Fourth Turning, van Strauss & Howe, koppelt deze cycli aan de opvolging van menselijke generaties. Vier generaties met elk gemiddeld 20 invloedhebbende jaren, vormen samen een cyclus van circa 80 jaar, telkens eindigend in een grote maatschappelijke transformatie. Eerst de lente van een nieuwe periode, de zomer, de herfst om te oogsten en vaak een barre winter voordat een volgende lente weer aanbreekt. De laatste cyclus startte in 1945, na een hele barre winter. Nu tachtig jaar later smachten we wederom naar een nieuwe lente. Oude systemen kraken. Er is grote maatschappelijke onrust. Er zijn globale oorlogen.
Van haven tot cloud
Nieuwe technologieën – AI, quantum, blockchain, Web3 – kloppen aan de poort. Net als bij de overgang van middeleeuwse koophandel naar VOC-handelsimperium, die mogelijk werd toen der eerste dubbele boekhouding werd ontdekt, iedereen aandeel in bezit kon krijgen en we met molens en zeilen lokaal konden produceren en wereldwijd vervoeren. Nu de digitale equivalenten zijn ‘ontdekt’ staan we opnieuw voor een fundamentele herinrichting van hoe we zowel lokaal als globaal digitale waarde creëren, gebruiken en distribueren.
De cloud is het digitale equivalent van het pakhuizensysteem van de VOC. Wereldwijd verspreide datacenters fungeren als opslagpunten, en high-speed netwerken als handelsroutes. Wat vroeger koopvaardijschepen waren, zijn nu diensten en algoritmes die data ophalen, combineren en transformeren tot stromen van bruikbare informatieproducten. Data governance is het nieuwe scheepsrecht. API’s en integraties zijn de moderne laad- en loskades en cybersecurity vervangt de oude kanonnen aan boord en op de kade. Waar in de Gouden Eeuw de navigatoren met kaarten, sextant en sterren werkten, gebruiken we nu dashboards, analytics en AI om onze koers te bepalen.
Metadata is de legenda van de nieuwe cartografie
Metadata geeft onze informatieproducten eigen intelligentie en cartografie waardoor ze zelfstandig van A naar B kunnen reizen. Blockchains zijn onze moderne logboeken. We navigeren op Web3 gebaseerde, federatieve netwerken en nodes. Data-analisten zijn de stuurlui en zetten de koers uit. Black boxen in datacenters leggen de transacties en communicatie vast. De spiraal draait verder. Wat kunnen we leren van het verleden? Drie lessen:
- Infrastructuur gaat aan vooruitgang vooraf – eerst bouwen, dan handelen.
- Controle over distributie betekent invloed – wie routes en havens beheerst, heeft macht.
- Elke generatie zoekt opnieuw betekenis – met oude principes en nieuwe technologie.
Wat ligt dan de toekomst voor ons voor ons? In het blauwe uur van de nieuwe dageraad zien we vaag de contouren van gedecentraliseerde, federatieve datanetwerken, zonder centrale tussenpartijen. Persoonlijke datawallets en huiskluizen waarin we onze digitale goederen beheren en onze privacy beschermen en veilig stellen. AI-navigatoren die in een vluchtleidingscentrum realtime beslissingen nemen over de distributie en de data, die als zelfstandig vliegende ‘microservices’ hun weg zoeken en vinden in onze geconnecteerde digitale wereld.
Een nieuw digitaal ecosysteem met datalakes als brein: de centrale opslag en zware rekenkracht. De gedistribueerde nodes als zowel transport- als zenuwstel: de intelligentie van plaats en beweging van de informatieproducten. En tenslotte de ‘Edge’ als de zintuigen en lokale spieren die waarnemen, handelen en lokaal beslissen. De toekomst is, zoals altijd, een nieuw hoofdstuk in een oud boek. De kunst van distributie blijft dezelfde. Alleen de middelen veranderen. Van de houten schepen van de VOC tot de datastromen van de cloud.
Door: Hans Timmerman (foto)