‘Ontwikkel een integraal beleid voor de digitale mainport’
Al 50.000 Nederlandse bedrijven verdienen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hun geld met internet activiteiten. “Die bedrijven vinden alles wat ze nodig hebben voor hun online activiteiten in ons land. Dat levert hier extra banen op, en niet elders”, zegt Michiel Steltman, directeur van Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL). “De aanwezigheid van die infrastructuur is van grote invloed op de Nederlandse economie. Het is dan ook van cruciaal belang dat er integraal beleid wordt ontwikkeld om de toekomst van deze en andere bedrijven veilig te stellen.”
De interneteconomie groeit razendsnel. Die conclusie trekt het CBS in een recente analyse van de internetsector op basis van big data van Dataprovider en Google. Drie procent van het totaal aantal bedrijven in Nederland is afhankelijk van internet voor hun bedrijfsvoering en inkomsten. Denk hierbij aan webshops, online diensten en internet gerelateerde ICT-bedrijven.
345.000 banen
Hiermee is de sector van grote invloed op de Nederlandse economie. Internetbedrijven realiseerden in 2015 een omzet van 104 miljard euro, wat neerkomt op bijna 8% van de omzet van het totale Nederlandse bedrijfsleven. Daarnaast waren ruim 345.000 mensen werkzaam in de internetsector, zowel fulltime als parttime. Dat is 4,5 procent van het totaal aantal banen in Nederland.
“Het succes van de Nederlandse digitale sector is voor een belangrijk deel te danken aan de economische dynamiek die hiervoor is gecreëerd. Denk hierbij aan bedrijven die infrastructuur leveren, zoals datacenters, hosters, registrars en internetknooppunten. Die partijen leveren de diensten die Nederlandse internetbedrijven nodig hebben om succes vol te zijn“, zegt Steltman. “Dat heeft er ook toe geleid dat grote merken hun weg naar Nederland vonden. Dat is de kern van de digitale mainport gedachte: diverse, omvangrijke economische dynamiek van verbindingen, datacenters, hosting, cloud en meer, die de weg baant voor innovatieve activiteiten en digitalisering bij consumenten, bedrijfsleven en de overheid”
Pijler van de Nederlandse economische toekomst
Steltman vervolgt: “De interneteconomie is daarmee uitgegroeid tot één van de pijlers onder de economische toekomst van Nederland. Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW deelt in het recent gepubliceerde rapport ‘Een digitale kwantumsprong’ deze mening, en benoemt stimulerend beleid voor de digitale mainport als een cruciale randvoorwaarde. Maar hoewel er steeds meer draagvlak is voor die digitale mainport gedachte, laat het huidige kabinet het vooralsnog na daar werk van te maken.”
Dat is jammer en zelfs opmerkelijk, vindt Steltman: “Recent noemde premier Mark Rutte in het VPRO programma ‘Zomergasten’ de digitale mainport nog een klein wondertje. Het is dan een gemiste kans dat er geen integraal beleid wordt uitgezet op dit dossier. Sterker nog: in een reactie op het rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI) geeft het kabinet zelfs aan vast te willen houden aan het traditionele mainportbeleid. Dit staat haaks op het advies van de RLI, dat juist pleit voor bredere inspanningen om het verdienvermogen van Nederland veilig te stellen. De raad adviseert daarom het vestigingsklimaat in Nederland te verstevigen, en in te zetten op samenwerking van de beide fysieke en de digitale mainports, en de brainport in de regio Eindhoven. Waarbij de digitale infrastructuur als een belangrijke vestigingsfactor wordt genoemd.
Integraal beleid voor de digitale mainport
Stichting DINL is dan ook van mening dat het hoog tijd is voor integraal beleid voor de digitale mainport. “De urgentie is hoog! Omringende landen investeren inmiddels fors in hun capaciteit om de digitale economie te faciliteren. Het gaat hierbij niet alleen om investeringen in infrastructuur zelf, maar ook om het creëren van randvoorwaarden. Denk hierbij aan goed onderwijs, een verlichting van de regeldruk, het privaat-publiek samenwerken aan cybersecurity en bestrijding van cybercrime en abuse”, legt Steltman uit.
In 2017 wil Stichting DINL zich daarom in belangrijke mate gaan richten op het creëren van een dergelijk integraal beleid. Ontwikkeling, vertrouwen, onderwijs, promotie, wet- en regelgeving en regie staan hierbij centraal.
1. Ontwikkeling
Binnen het thema ontwikkeling wil Stichting DINL in 2017 een drietal onderwerpen op de kaart zetten: innovatie, groei en duurzaamheid. “DINL wil dat het zittende en het volgende kabinet proeftuinen creëert waarin geëxperimenteerd kan worden met het next generation internet. Dit helpt de ontwikkeling van het internet te stimuleren, wat van groot belang is om voorop te blijven lopen”, aldus Michiel Steltman.
“Daarnaast willen we dat het mainport ecosysteem verder wordt gestimuleerd. De bedrijven doen zelf de investeringen wel, maar de overheid moet drempels wegnemen zoals de regeldruk bij geografische planning en realisatie voor datacenters en glasvezel. Daar kan nog veel winst worden geboekt.”
2. Promotie
Stichting DINL promoot Nederland samen met het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) als de ‘Digital Gateway to Europe’. Met dit initiatief zet DINL Nederland op de kaart als vestigingsplaats voor internetbedrijven die Europese klanten willen bedienen. Stijn Grove , directeur DDA, leidt dit initiatief. “De sterke digitale infrastructuur maakt Nederland de ideale keuze”, legt hij uit.
“Daarnaast stimuleert DINL actief de kansen van Nederlandse digitale infrastructuurbedrijven in het buitenland. Dit doen we onder andere door samen met de overheid handelsmissies te organiseren naar landen die de kansen bieden. Het is belangrijk dat de NFIA deze promotie intensiveert en er extra geld voor beschikbaar stelt. De nieuwe online bedrijven besluiten in deze fase waar zij zich vestigen. Zulke kansen krijg je maar één keer.”
3. Vertrouwen
Die buitenlandse bedrijven maken graag gebruik van de Nederlandse digitale infrastructuur om tal van redenen. Zo kiezen grote spelers ervoor data en applicaties onder te brengen in Nederlandse datacenters vanwege onder andere het hoge niveau van veiligheid, en de actieve samenwerking om cybercrime en abuse te bestrijden.
“Om Nederland echt op de kaart te kunnen houden als een ‘safe place to do business’ is het noodzakelijk dat de Nederlandse overheid een klimaat schept dat organisaties vertrouwen geeft. Security, privacy en abusebestrijding staan hierbij centraal”, aldus Steltman. “Zo moet de veiligheid van informatie worden gewaarborgd. Dat betekent dat aanbieders hun beveiliging op orde moeten hebben en abuse actief bestreden moet worden. Daarvoor moeten we afrekenen met de illusie van top-down regie en het idee dat de overheid dat wel zal regelen. Dit kan door samen met overheid en andere betrokkenen een systematiek te ontwikkelen waarbij, net als in de voedselproductie, partijen kunnen gaan vertrouwen en bouwen op elkaars veiligheidsmaatregelen.”
4. Onderwijs
“Ook inzetten op onderwijs is van cruciaal belang om de toekomst van de Nederlandse digitale sector en de interneteconomie veilig te stellen. Door de groeiende hoeveelheid internetbedrijven in Nederland is steeds meer vraag naar vakbekwame ICT-professionals. Dit personeel is in de praktijk echter moeilijk te vinden, aangezien er onvoldoende professionals worden opgeleid. Het is dan ook cruciaal dat wordt ingezet op onderwijs“, zegt Simon Besteman, directeur van ISPConnect, die de coördinatie van deze activiteiten binnen DINL voor zijn rekening neemt.
Daarnaast noemt DINL het van belang dat de algemene kennis over ICT onder Nederlandse bestuurders en politici wordt verbeterd. “Helaas zien we nog te vaak dat men weinig kaas heeft gegeten van ICT, wat het moeilijk maakt om daar een adequaat beleid voor te vormen. En dan bedoel ik niet het weten hoe een computer werkt, maar kennis over de economische dynamiek van de digitale economie en de rollen en activiteiten in de internet wereld. ICT ontwikkelt zich razendsnel, daarom zullen bestuurders en politici zich net als ICT-professionals continu moeten bijscholen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen. Een leven lang leren is dus ook voor bestuurders en politici cruciaal, niet alleen voor werknemers”, aldus Besteman.
5. Wet- en regelgeving
Het succes van de Nederlandse interneteconomie en de digitale mainport is in belangrijke mate afhankelijk van wet- en regelgeving, en van een vrij, veilig en open internet. Met de juiste wetgeving kan de overheid een gunstig vestigingsklimaat scheppen, terwijl de verkeerde regelgeving dat vestigingsklimaat zal aantasten. Het is dan ook van belang dat de overheid de belangen van de digitale mainport in het oog houdt bij het opstellen van nieuwe wettelijke kaders en het aanpassen van bestaande regelgeving.
“Een goed voorbeeld is de wet op de kansspelen, waar de overheid op tijd inzag dat een bevoegdheid om websites te filteren en blokkeren een aantasting zou zijn van die kernwaarden”, aldus Steltman. “Maar de voorstellen om data van onschuldige burgers af te mogen tappen of gebruik te maken van onbekende zwakheden in systemen, doen juist afbreuk aan het vertrouwen. De juiste balans moet gezocht worden tussen economische belangen, bescherming van privacy en de noodzaak voor handhaving en opsporing. Die balans is vaak zoek.“
6. Regie
Maar misschien wel het belangrijkste punt is hoe politiek en overheid om moeten gaan met de materie. “Met regelmaat horen we een oproep voor een minister van ICT“, zegt Steltman. “Je kunt je afvragen of dat wel zo’n goed idee is. Ten eerste moet je onderscheid maken tussen digitalisering van de samenleving in brede zin, en de digitale overheid zelf – met de eigen ICT en online dienstverlening. Dat kun je niet zomaar onder één dak brengen. Je loopt dan het risico een minister op het bordes te zetten die zich overal mee moet gaan bemoeien, maar in de praktijk niets te vertellen heeft.”
Daarom pleit DINL voor regie op kabinetsniveau. “Een ministerieel topteam moet de brede digitaliseringsagenda inclusief de mainportontwikkeling ter hand gaan nemen. Dat doet ook recht aan het belang van die ontwikkeling voor de samenleving en laat zien dat het kabinet de kansen en bedreigingen serieus neemt.”
Op naar de toekomst
Steltman besluit: “Het afgelopen jaar heeft DINL een stevige basis neergezet waarmee we in 2017 voortvarend van start kunnen gaan. Het is duidelijk dat er nog flink werk aan de winkel is om de digitale mainport gedachte verankerd te krijgen in het landelijk beleid. DINL zal om deze doelstelling te bereiken intensief samenwerken met andere organisaties. Op landelijk niveau is het van belang dat de verschillende sectoren samen optrekken om dat doel te bereiken. Verdeeldheid en het nastreven van individuele belangen ondermijnt ons gemeenschappelijke belang: duurzame groei van de Nederlandse digitale economie. Leiderschap is daarbij onontbeerlijk.”
Stichting DINL
Stichting DINL vertegenwoordigt partijen die de infrastructurele functies leveren voor de digitale economie. Deelnemers van de stichting zijn:
- AMS-IX
- Dutch Datacenter Association
- Stichting DHPA
- ISPConnect
- Nederland ICT
- NLnet Foundation
- SIDN
- SURFnet
- Vereniging van Registrars
De Rabobank is partner van DINL.
Het bestuur van Stichting DINL wordt benoemd door de deelnemers. De dagelijkse activiteiten van de stichting worden uitgevoerd door team DINL, dat onder leiding staat van Michiel Steltman.
Meer informatie over Stichting DINL is te vinden op http://www.dinl.nl/.