Redactie - 05 oktober 2021

Interview Daan van Beek: ‘De hamvraag is altijd wat je met die data doet’

Interview Daan van Beek: ‘De hamvraag is altijd wat je met die data doet’ image

Daan van Beek heeft een lang track record op het gebied van data en AI. De rode draad in zijn carrière is altijd geweest om te onderzoeken wat nu eigenlijk de praktische toepassing is van data. Dat is actueler dan ooit nu de hoeveelheid door mensen gegenereerde data explosief groeit, én technologie als AI het effectief verwerken van die data mogelijk maakt.

Daan van Beekis directeur van de Passionned Group, de onderneming die zich bezighoudt met het schrijven van boeken, het verzorgen van opleidingen en het uitvoeren van consultancydiensten. Hij heeft een lang track record op het gebied van AI en Bestuurlijke Informatiekunde. “Toen ik zo’n twintig jaar geleden dit vakgebied betrad, beschikten we al wel over de technologie van algoritmes en neurale netwerken”, zegt Van Beek, “maar we hadden nog geen grote hoeveelheden gegevens, iets wat we nu Big Data noemen. Dat is hét grote verschil met nu. Op dit moment genereren we zó ontzettend veel data, en laten we als mens zó diep onze sporen na, dat de leercyclus van die algoritmes een factor duizend sneller is geworden.”

Zijn expertise gaat terug tot het eerste BI-consultancy bedrijf van Nederland, onderdeel van VODW. Daar is Van Beek na zijn studie gaan werken als consultant, ontwikkelaar en meewerkend voorman. “In die tijd heb ik  zes datawarehouses neergezet en tientallen dashboards geprogrammeerd. Maar ik kwam er gaandeweg toch achter dat ik met een technische benadering helemaal niets begreep van wat een leidinggevende nou eigenlijk doet met zo’n dashboard, en welke inzichten hij uit de analyses van de gegevens wilde halen.”

Begrijpen

Hij wilde dat leren begrijpen, en is daarom via een betrekking als BI-manager bij een groothandel in geneesmiddelen uiteindelijk Passionned Group gestart. “De directe aanleiding was een onderzoek dat ik was begonnen naar de organisatorische kant van BI. Ik wilde antwoorden op vragen als: ‘Wanneer is BI een succes?’  en ‘Wanneer gaat het renderen?’. Zo is ook mijn eerste boek tot stand gekomen, De Intelligente Datagedreven Organisatie waarvan we nu aan de zevende druk zitten. Dat was een weergave van mijn visie op BI.”

Opvallend is dat de eerste vijf hoofdstukken helemaal niet gaan over technologie, maar over de vraag waar je op moet sturen als organisatie, en hoe die sturingsinformatie zich verhoudt tot het kernproces. Hij leg in dit standaardwerk uit waar je op moet letten bij het opstellen van KPI’s en  gaat in op de vraag hoe je de beschikbare data kan gebruiken om acties te definiëren. “Daarmee kun je dingen beter doen dan gisteren, of beter dan de concurrent.”

Losstaand vehikel

Na het afronden van het boek is hij volop aan de gang gegaan met de Passionned Group. “Daarmee hebben we heel veel advies- en audit-trajecten mogen uitvoeren. En al elf jaar reiken wij de Dutch BI & Data Science Award uit. Wat ik door mijn werk bij de Passionned Group en ook door mijn werk als docent bij TIAS en de Rotterdam School of Management als rode draad in de markt zie, is dat BI nog steeds als losstaand vehikel wordt ingezet en dat de aansluiting op de business doorgaans volstrekt ontbreekt.”

“Er worden stapels rapporten geschreven zonder dat iemand zich afvraagt welk nut die rapporten nu eigenlijk voor de organisatie hebben. Ik had het er laatst nog over met een oud-collega die voornamelijk in de zorg actief is. Hij ziet ook dat de meeste organisaties hun managementrapportages vooral richten op het opmaken van het budget dat ze hebben. Wat schiet de patiënt daar nou mee op? Ze zouden zich moeten richten op de vraag: hoe kunnen we data-analyse inzetten om ervoor te zorgen dat de patiënten sneller genezen en ook niet meer terug hoeven te komen? Of nog beter: steek het geld in preventie, zodat mensen niet ziek worden.”

Technische achtergrond

Dat deze gebrekkige omgang met data zo hardnekkig is komt volgens hem doordat mensen die werkzaam zijn binnen het data en BI-vakgebied vaak een technische achtergrond hebben. “Zij beseffen te weinig dat data eerst door de mens moet stromen voordat zij waarde toe kan voegen. En daarbij speelt ook dat er sprake is van een grote technology push door de leveranciers. Hierdoor zijn mensen te weinig in staat om de essentie van data-analyse goed te benoemen.”

“En je moet de data nu eenmaal heel goed kennen om te kunnen weten aan welke knoppen je moet draaien als je in de analyse ziet dat iets niet goed gaat. Bij BI gaat het om het samen bespreken van de uitkomsten van data-analyse en op basis daarvan acties definiëren. Bij de gemiddelde BI-consultant leeft dat idee echter helemaal niet. Die richt een algoritme in en denkt dat het daarmee klaar is.”

Visie ontwikkelen

Wat organisaties zouden moeten doen om te komen tot de inzet van bruikbare BI is tweeledig. “Als eerste moeten ze zorgen dat het juiste kennisniveau van BI, AI en Analytics binnen hun organisatie aanwezig is. Ze moeten in staat zijn om de uitkomsten van de analyses te vertalen naar optimalisatie van de operatie. En ten tweede moeten organisaties – gebaseerd op dat juiste kennisniveau – een visie ontwikkelen.”

“Ze moeten benoemen welke rol zij binnen hun organisatie willen toekennen aan BI en AI. Ik heb in de afgelopen twintig jaar bij heel veel bedrijven in de keuken mogen kijken en gezien dat veel bedrijven en organisaties inmiddels wel een idee hebben van wat BI is, maar dat zij nog niet echt een visie ontwikkeld hebben. Daar is nog veel te winnen.”

AI

Dat is extra belangrijk nu de rol van AI steeds groter wordt. “Als je AI gaat loslaten op een proces waarvan je de data nog niet echt doorgrondt en als je nog niet met elkaar bepaald hebt wat je met de uitkomsten van data-analyses wil, is de inzet van AI op z’n minst risicovol te noemen. Tegelijkertijd is het echter zo dat de ontwikkelingen momenteel zo snel gaan, dat ik altijd wel adviseer om AI ook mee te nemen in de visieontwikkeling en expliciet te benoemen. En gelukkig zijn er voorbeelden van bedrijven die daar wel al wat verder mee zijn, waaronder de zes genomineerden voor onze Award.”