Nieuwe generatie HPE ProLiant servers koppelt cloud aan compute

Sneller, makkelijker te beheren en veiliger. Precies wat je mag verwachten van de volgende generatie servers. Maar de nieuwe HPE ProLiant Gen11 servers hebben nog een streepje voor op hun voorgangers: modellen die op maat zijn gesneden voor specifieke workloads.

Johan Benning, pre-sales consultant/solutions architect bij HPE Nederland, vat het belang van de Gen11 servers in een paar woorden samen: “Het is het computeplatform voor de hybride wereld.”
Daarbij is er keuze tussen machines die zijn uitgerust met een AMD-chip (nu al beschikbaar) en een Intel-chip (binnenkort op de markt). “Wij zijn al jaren marktleider met onze servers en we verwachten dat te blijven door de toevoegingen aan deze nieuwe generatie”, zegt Clemens Esser (foto), CTO bij HPE Nederland.

Benning is onlangs bij een aantal partners langs geweest om dieper op de techniek in te gaan; ook is een groep partners voorgelicht tijdens een bijeenkomst op het HPE-hoofdkantoor in Amstelveen. “Speerpunten van onze visie op Gen11 zijn dat ze eenvoudiger te beheren zijn, met de ervaring van werken in de cloud. Daarnaast is de security ten opzichte van de vorige generatie nog beter. Gen10 had al de naam de ‘most secure server in the world’ te zijn; daar hebben wij op voortgeborduurd en nog een paar aspecten toegevoegd die de serverlijn nog veiliger maakt. Een opvallend detail is dat er Gen11 modellen zijn die gebouwd zijn voor bepaalde workloads. Zo zijn er modellen die specifiek geschikt zijn voor Software Defined Storage, VDI, EDA (= Exploratory Data Analysis) en AI/ML & Big Data Analytics.

En tot slot is het vermelden waard dat duurzaamheid een belangrijke rol heeft gespeeld bij het ontwerp van deze machines. Zeker in de huidige tijd waar de elektriciteitsprijzen blijven stijgen, is het zinvol te kijken naar machines die het energieverbruik zo laag mogelijk houden.”

Enthousiasme

Ook Pieter Kooij, category manager bij HPE Nederland, was bij de ontmoetingen met de partners. “Wat mij opviel, was vooral het enthousiasme van de partners voor HPE GreenLake for Compute Ops Management. Dat maakt het beheer van deze nieuwe generatie servers zoveel eenvoudiger. Via een licentie op dit Greenlake-onderdeel kan op één cloud-native controlepaneel zien hoe het er met de servers voorstaat, of ze allemaal de nodige patches hebben gehad, of ze aan staan, alle gegevens die je nodig hebt om ze goed te beheren. Hiermee legt HPE voor het eerst een verbinding tussen compute en het Greenlake-platform. Dit is een belangrijk onderscheid met servers van andere leveranciers die een dergelijke connectie ontberen.”

Dit brengt Esser op het belangrijke onderwerp van gebruikerservaring. Klanten krijgen bijvoorbeeld een compleet inzicht in de calls die zijn hebben uitstaan, zodat zij weten dat eraan wordt gewerkt en hoe ver het proces is gevorderd. “Partners hoeven niet meer te wachten op een telefoontje van ons om te zien hoe het ervoor staat; ze kunnen zelf kijken.”

Voor service providers en digital-first enterprises

De HPE ProLiant Gen11 servers zijn er dus in verschillende smaken. Eén ervan, de RL300, is uitermate geschikt voor service providers en zogenaamde digital-first enterprises. Benning legt uit: “Let wel: dit type is uitgerust met een Ampere-chip. Daarbij is de performance per Watt hoger dan bij andere CPU’s. Het geheel is cloud-native en beschikt over veel kernen, waardoor je in kortere tijd veel werk kunt verrichten; ideaal voor organisaties met een cloud-native compute-omgeving of service providers.”
Esser vult aan dat de Ampere – gebaseerd op een ARM-chip – een iets andere aansturing heeft, waardoor hij beter presteert. “Je kunt er alleen cloud-native applicaties op draaien. Bedrijven die eigenaar zijn van een applicatie kunnen haar compileren en zo geschikt maken voor deze machine. En daarmee profijt hebben van zijn hogere performance per Watt en voldoen aan een lagere CO2-uitstoot per verwerking van workloads. Maar je kunt er dus niet zomaar elke applicatie op draaien.” Er zijn inmiddels al organisaties die met demo-modellen de kracht van dit platform willen ervaren.

Gesloten circuit

Benning zei het al: de security van de Gen11 is nog verbeterd ten opzichte van zijn voorganger. Hij wijst onder meer op ILO6. ILO is remote server management software waarmee klanten veilig en moeiteloos HPE servers kunnen configureren, monitoren en updaten. De nieuwste versie beschikt over nieuwe authenticatie met behulp van het Security Protocol and Data Model (SPDM). SPDM is een belangrijke beveiligingsmogelijkheid in servers voor het authenticeren en veilig kunnen bewaken van apparaten in een op openstandaarden gebaseerde aanpak.
Er is een extra authenticatielaag door een veilige boot- en systeemstatus te bewaken via de Trusted Platform Module (TPM).

“Elke klant, elke partner”, zo weet Esser, “begint in elk gesprek over security. Iedereen vreest een ransomware-aanval, iedereen is bang dat gevoelige data worden gestolen en op straat komen te liggen. De verbeterde security van de Gen11 servers helpt om dit te voorkomen. We hebben zelfs een gesloten circuit ingesteld tussen fabriek en gebruiker. Met de HPE Trusted Supply Chain zorgen wij ervoor dat gecertificeerde servers rechtstreeks van de fabriek naar de klant gaan. Wij garanderen dat het tijdens het transport niet mogelijk is om met de machines te rommelen.”
Zo doet HPE er alles aan om de ‘most secure server in the world’ ook met de Gen11 te waarborgen.