Hung LeHong, Gartner: ‘Meeste partner-ecosystemen zijn in feite egosystemen’
Elke organisatie werkt met partner ecosystemen. Om te innoveren, om zijn logistiek op orde te brengen, ter verbetering van de marketingstrategie. Ook zijn er ondernemingen die de volgende stap zetten en een platform ontwikkelen waarop andere partijen producten of diensten kunnen aanbieden. Dit zijn volgens Hung Lehong van Gartner echte partner ecosystemen, waar de eerste rond een enterprise ontwikkelde versie vooral een ‘egosysteem’ is. En elk soort systeem komt met zijn eigen gebruiksaanwijzing. Alle reden voor Gartner om hier een soort woordenboek voor te ontwikkelen die duidelijk moet maken wat er komt kijken bij de ontwikkeling van ego- of ecosysteem.
Hung LeHong, Distinguished VP Analist in het onderzoeksteam Executive Leadership of Digital Business bij Gartner, helpt CEO's en andere leidinggevenden op C-niveau om te anticiperen op veranderingen in bedrijfsmodellen en klanttrends die worden veroorzaakt door digitaal zakendoen. En zaken vinden steeds vaker plaats in een meer of minder complex systeem van samenwerking, vaak aangeduid als ‘partner-ecosysteem’.
“Mensen en organisaties gebruiken het woord partner ecosysteem wel heel makkelijk”, merkt LeHong in zijn vele gesprekken met C-level executives. “Een organisatie bijvoorbeeld zegt dat ze een vendor-ecosysteem beheren, een systeem van IT-partners of een logistiek ecosysteem. Maar afhankelijk van wat ze zeggen is het vaak helemaal geen echt ecosysteem.”
Het egosysteem
Wat het dan wel is? Iets dat Gartner aanduidt als ‘egosysteem’. “Wat ik daarmee bedoel, is dat het systeem volledig om die organisatie draait. Of het nou gaat om innovatie, om logistiek, om marketing. Het is vaak een extended enterprise. Dat is zeker niet verkeerd, het wordt heel veel ingezet om de eigen organisatie intern of extern te verbeteren. Maar het is geen van elkaar afhankelijk ecosysteem, zoals bijvoorbeeld je bijvoorbeeld in de natuur tegenkomt.”
In contrast hiermee draait een echt ecosysteem niet de organisatie die ermee aan de slag gaat. Het is een aggregator platform. Bekende voorbeelden zijn digitale marktplaatsen zoals van Amazon, Google en Apple. “Maar het kan net zo goed een platform om senioren te ondersteunen met diensten en producten waardoor zij langer thuis kunnen wonen. Het is in ieder geval geen systeem rondom het enterprise, maar een systeem waarbij een partij als aggregator of orchestrator de lijm vormt die alles bij elkaar houdt. Dit is een echt ecosysteem.”
Als derde variant is er nog een decentraal ecosysteem dat meer gemeenschapsgebaseerd is. Er is dan geen enterprise of andere organisatie als leidende partij. Dit zie je volgens LeHong vaak weerspiegeld op het niveau van gemeenschappen in Reddit, of brancheconsortia die niet door een enkele onderneming worden beheerd, maar waar iedereen aan deelneemt. De sleutel is dat er niet één leider van het ecosysteem is. In plaats daarvan leiden leden collectief.
Woordenboek
Zo’n 80-90 procent van alle partner-ecosystemen zijn in de praktijk egosystemen. En die hebben in hun ontwikkeling en onderhoud toch behoorlijk verschillende aanvliegroutes. “Om hier duidelijk onderscheid in te maken, hebben we een soort woordenboek opgesteld met daarin definities om duidelijk te maken wat een organisatie werkelijk bedoelt als ze het over een partner ecosysteem hebben. Het is namelijk belangrijk om goed voor ogen te hebben waar je het over hebt, als je een bepaald doel wil bereiken.”
Het ‘woordenboek’ geeft een opsomming van de meest voorkomende digitale ecosystemen:
Meestal door een bedrijf geleid (egosysteem):
1. Talentecosysteem
2. Innovatie-ecosysteem
3. Supply chain-ecosysteem
4. Het ecosysteem van IT-leveranciers
5. Kanaalpartner-ecosysteem
6. Marketing-ecosysteem
Meestal door aggregator geleid (ecosysteem):
7. Marktplaats-ecosysteem
8. Ontwikkelaarsecosysteem
9. App store-ecosysteem
10. Ecosysteem van sociaal netwerk
11. Klantgericht/burgergericht ecosysteem
Meestal door een gemeenschap geleid (gemeenschapsgebaseerd):
12. (Cross)-branche ecosysteem
13. Belangengemeenschap
14. Gedecentraliseerde autonome organisatie
15. Ecosysteem van activa-eigenaar
De zes basisprincipes
Wanneer een organisatie een bepaald digitaal ecosysteem wil ontwikkelen, is het ook goed om kennis te hebben van de zes basisprincipes van elk ego- en ecosysteem. “We gebruiken dit raamwerk om te kijken naar wat voor soort ego- of ecosysteem men wil bouwen en waarvoor”, legt LeHong uit. “Zo kun je zo’n ego- of ecosysteem helder en transparant in de juiste richting ontwikkelen.”
1: Het organiserende principe (de bestaansreden): dit principe/bestaansreden – bijvoorbeeld innovatie, logistieke ketenverbetering, marketing - trekt deelnemers aan en geeft aanleiding tot de interacties.
2. De leider: digitale ecosystemen worden gecreëerd en geleid door leiders – een enterprise - of een gemeenschap. Zij bepalen de "regels" en bieden de mogelijkheden (bijv. technologieën).
3. De deelnemers: veel soorten deelnemers vormen het ecosysteem. Sommigen zijn actieve deelnemers, terwijl anderen capaciteiten leiden/modereren of bouwen/uitvoeren.
4. Tussen deelnemers vindt digitale waarde-uitwisseling plaats in de vorm van digitale interacties, transacties, co-creatie en samenwerking
5 Regels voor deelname, betrokkenheid en waarde-uitwisseling worden bepaald door leiders en afgedwongen via digitale mogelijkheden.
6. Digitale mogelijkheden maken interacties tussen deelnemers mogelijk en dwingen ecosysteemregels af. Deze mogelijkheden stellen het ecosysteem in staat om te werken.
Niet nieuw
Het is niet alsof partner-egosystemen nieuw zijn. De meeste organisaties hebben wel een egosysteem, zelfs al is het gewoon de logistieke keten van toeleveranciers, distributeurs en klanten. Dit soort systemen bestaat al zo lang als er bedrijven zijn. Ze zijn behulpzaam in ontwikkeling en verbetering van de organisatie.
Hung LeHong, Gartner: "Sommige organisaties kijken verder dan alleen het egosysteem."
“Sommige organisaties kijken echter verder”, vertelt LeHong. “Zij willen bijvoorbeeld een rol spelen in een bepaalde ontwikkeling, zoals vergrijzing in veel westerse landen. Een organisatie die hier brood in ziet, wil misschien als aggregator dienen voor een platform dat allerlei uiteenlopende producten en diensten voor senioren samenbrengt, voor hun woning, financiële zaken, gezondheid, ontspanning et cetera. Een platform-businessmodel dus.
In veel westerse landen in westerse landen kan dit een platformaggregator uit de particuliere sector zijn of een overheidsinstantie. Maar ook dan is er genoeg ruimte voor organisaties om hier een echt business model op te bouwen. “Zij zetten een platform op, brengen deelnemers bij elkaar, deelnemers wisselen producten, diensten en informatie uit en de orchestrator en aggregator krijgt een percentage van elke transactie. Zij doen dit niet omdat ze zo nobel zijn, maar omdat het onder de streep geld oplevert.”
Meer… en minder succesvol
De digitale platformen van concerns zoals Apple, Google en Amazon zijn wereldwijd en enorm. Maar dit zijn echt niet de enige kanshebbers. LeHong wijst op het voorbeeld van de Franse locomotiefproducent Alstom, die een ‘vertical’- platform heeft opgezet op het gebied van locomotiefreparatie en onderhoud. Daarmee zijn zij de ‘Amazon’ op het gebied van reserve-onderdelen, reparatie en onderhoud van locomotieven. Niet alleen de eigen onderdelen zijn op dit platform te vinden, maar elke onderneming die locomotief-onderdelen maakt of reparatie en onderhoud uitvoert.
“Een voorbeeld van een minder succesvol, decentraal, ecosysteem is dat van Maersk. Dat zette samen met IBM een blockchain-gebaseerd platform onder de naam Tradelense opzetten. Daarop kon elke organisatie in de logistieke keten documenten zoals ladingmanifesten, financiële documenten, vrachtbrieven etc. Maar het bleek erg complex te zijn om partijen mee te krijgen en het is vorig jaar dan ook stopgezet.”
Wel weer succesvol is Ping An Good Docter uit China: een arts-patiënt ecosysteem, met zo’n 10.000 artsen en vele honderdduizenden gebruikers. Die artsen zijn niet in dienst van Ping An, zij gebruiken alleen het platform. Inmiddels heeft Ping An ook op B2B-gebied een platform opgezet voor digitale gezondheidsdiensten, die bijvoorbeeld laboratoria voor bloedtesten samenbrengt met ziekenhuizen.
Van groot naar klein
Ook dit is nog een groot platform. Maar kleinere platforms zijn er net zozeer. Zo werkt de Belgische Bank KBC aan een platform waarop mensen niet alleen financiële zaken kunnen regelen, maar ook tickets voor bijvoorbeeld de bioscoop kunnen boeken, of een leenfiets kan huren. Hier gebruikt de bank een bestaande klantrelatie om hen meer soorten diensten aan te bieden van samenwerkingspartners.
Lehong: “Het gebeurt overigens nog niet vaak dat een bank, of een retailer, op deze manier een succesvol sectoroverstijgend platform kan neerzetten. Maar het geeft wel aan dat het niet alleen aan hele grote tech-ondernemingen of bedrijven die groot zijn in een vertical zoals locomotieven succesvol kunnen zijn. Ook kleinere ondernemingen kunnen een goed business-model opzetten als het gaat om een aggregator-platform. Maar wat je ook wil: zorg er eerst voor dat je je behalve je doel ook je definities goed hebt, voordat je de stap zet van egosysteem naar een echt ecosysteem.”