Martijn Kregting - 26 september 2023

Jet de Ranitz, CEO SURF: ‘Om autonomie te behouden, moet je soms autonomie inleveren’

Hoger onderwijs, en dan vooral op het gebied van de kunsten, wordt over het algemeen niet in een adem genoemd met IT. Ten onrechte, stelt Jet de Ranitz, sinds mei 2020 bestuursvoorzitter en CEO van SURF. Juist in het onderwijs is een goede IT-omgeving van cruciaal belang en is digitalisering al jaren aan de gang. Maar meer nog dan dat, is SURF steeds meer een spil geworden in samenwerking met en binnen onderwijs en onderzoek, om de sector klaar te maken voor de toekomst.

Jet de Ranitz, CEO SURF: ‘Om autonomie te behouden, moet je soms autonomie inleveren’ image

In al haar banen heeft De Ranitz veel met IT en digitalisering van doen gehad. “Het theater is één grote brok technologie. Econometrisch onderzoek kan niet zonder rekencapaciteit. En zonder vergaande digitalisering kun je niets meer klaar krijgen op een filmacademie.” Al in de jaren ’70 van de vorige eeuw concludeerden onderwijs- en onderzoeksinstellingen dat ze niet alles zelf op IT-gebied moesten doen.

SURF, de ICT-coöperatie van en voor hoger onderwijs en onderzoeksinstellingen, was dan de logische go-to partner, merkte De Ranitz. “Ik werkte bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en Inholland dan ook veelvuldig samen met SURF. Alleen zo konden we de beste IT—diensten en -faciliteiten voor studenten en medewerkers in huis halen, dat kon je niet meer als instelling alleen.”

Logische overstap

De overstap naar SURF was daarna een logische. “IT en digitalisering gaan al lang niet meer vooral over bedrijfsvoering, maar over hoe je modern onderwijs en les geven mogelijk maakt”, schetst de bestuursvoorzitter. “En in termen van onderzoek gaat het over het aanpakken van alle grote vraagstukken waar we in de samenleving mee te maken hebben. Digitalisering is hier een belangrijke component van. Natuurlijk roept het zelf ook vraagstukken op, zoals de omgang met privacy, maar het biedt ook enorme kansen om al die vragen te beantwoorden.”

Als je wil dat de vraag vanuit onderwijs en onderzoek de IT aanstuurt en niet andersom, dan is er maar één plek om dat te realiseren, benadrukt De Ranitz. “En dat is hier, bij SURF. Daarnaast moest de organisatie veranderen om beter aan de veranderende vraag van de inmiddels ruim 115 leden te voldoen. En ook dat vind ik een mooie uitdaging.”

Veel verandering

Verandering was er de afgelopen jaren op veel fronten. Zo is SURF is van een aanbieder van IT- en netwerk-infrastructuur, met aanpalende diensten, naar een meedenkende organisatie doorgegroeid. Een organisatie die samenwerkt met de coöperatie-leden om onderwijs, en onderzoek met behulp van digitalisering de technische mogelijkheden te bieden om zich klaar te maken voor de toekomst.

“We ontdekken bijvoorbeeld steeds meer dat zoiets als privacy een belangrijk vraagstuk is. Maar dat is voor onze leveranciers niet automatisch het geval. We moeten er soms hard voor knokken om ervoor te zorgen dat zij dit wel meenemen in hun aanbod. Zonder SURF gaat dat niet lukken, want dan moet elke instelling het zelf doen. Bij veel instellingen was dat wennen, dat raakt namelijk aan de terechte wens tot autonomie, van bestuurders, maar ook hoogleraren, docenten en studenten. Maar inmiddels beseft men dat je soms een stukje autonomie moet inleveren op een instelling om het gezamenlijk als sector te behouden.”

Ook is infrastructuur bieden – goed netwerk, goede rekenfaciliteiten, gezamenlijke inkoop van bedrijfsapplicaties – niet meer genoeg. Als je de controle wil houden op wat al die applicaties doen, als je het betaalbaar wil houden en het overzicht wil houden – waar staat de data, wie beheert dat, hoe zit het met governance – dan kunnen de aangesloten instellingen dat alleen nog maar gezamenlijk.

Hetzelfde geldt voor concrete inkoop. Waar mogelijk, hebben Europese leveranciers een streepje voor. Maar de samenwerking met ‘big tech’ uit vooral de VS wordt niet geschuwd. “Hen negeren is niet reëel”, benadrukt De Ranitz. “Maar vanuit SURF kunnen wij toch wel goed onderhandelen. Veel bedrijven snappen dat voldoen aan onze publieke waarden voor hen uiteindelijk meer business betekent. We zijn niet bang onze marktmacht in te zetten.”

Samen doen

“Zowel bij SURF als bij de leden is de overtuiging gegroeid: onderwijs en onderzoek digitaal optimaal ondersteunen, gaat alleen lukken als we het samen doen. Daar hebben we met deze coöperatie het perfecte instrument voor. We zijn 50 jaar geleden begonnen als aanbieder van gezamenlijke rekencapaciteit. Daar kwamen 35 jaar geleden internetdiensten bij. Zo is geleidelijk aan de kennis en het vertrouwen gegroeid dat SURF meer kan. Iedereen in onderwijs en onderzoek ziet dat nu, zeker sinds de pandemie. Vijf jaar geleden was je blij als je bij de CFO aan tafel kwam. Nu willen alle rectoren van MBO, hogescholen en universiteiten met ons praten: wat kunnen we samen doen, welke stappen moeten we daarvoor zetten, hoe kunnen we onze studenten en onderzoekers ondersteunen en beschermen?”

Dat betekent niet dat alles nu digitaal moet, benadrukt De Ranitz. “Corona heeft ook laten zien wat we niet moeten willen. Soms verdwenen studenten van de radar, veel onderzoek kon niet meer plaatsvinden, was niet te reproduceren. Sommige zaken moet je dus echt niet digitaal willen. En dat is ook waar we naar kijken: een nieuwe balans tussen wat digitaal beter kan, en wat gewoon fysiek moet blijven: mens-tot mens interactie; een echte ervaring in het lab zelf.”

Autonomie vergroten

Waarom is dit niet veel eerder gebeurd? “Sommige mensen binnen SURF en sommige bestuurders zagen de noodzaak voor deze samenwerking, samen vernieuwing aanjagen, al vijf tot tien jaar geleden. Dit kwam in een stroomversnelling in het ‘Versnellingsplan’, naar aanleiding van een reis naar de VS. De Ranitz hierover: “Bij instellingen zoals MIT en Harvard zagen we hoe zij de veranderende noden en behoeften van onderwijs in een veranderende wereld digitaal konden ondersteunen. Vervolgens heeft een voorhoede vanuit de sector met SURF bij een aantal thema’s geformuleerd hoe we dit naar de Nederlandse praktijk konden vertalen.”

Jet de Ranitz, CEO SURF

Jet de Ranitz: "We zoeken een goede balans tussen wat digitaal kan en wat fysiek moet blijven."

Halverwege het programma sloeg corona toe en is de Vraagbaak Online Onderwijs ingericht. Daarop werd een ware stortvloed aan kennis gedeeld over bijvoorbeeld digitaal lesgeven en digitale didactiek. “Toen werd duidelijk dat het inzetten van digitalisering om onderwijs en onderzoek nieuwe kansen te geven, al veel breder leefde dan bij SURF en de voorhoede in de sector werd gedacht.”

Zaadje voor Npuls

Het Versnellingsplan was volgens De Ranitz het zaadje waaruit het programma Npuls (2023-2030) gegroeid is: een transitieprogramma van en voor alle publieke mbo-scholen, hogescholen en universiteiten in Nederland , met actieve deelname van studentenvakbonden. In programma’s zoals ICT-infrastructuur, Digitale leermaterialen, Wendbaar georganiseerd onderwijs en Centers for Teaching & Learning werken SURF en de leden samen aan de digitale transformatie van het onderwijs. Npuls kreeg vanuit het Nationaal Groeifonds 560 miljoen euro toegekend. De diverse brancheorganisaties hogen dit op tot 603 miljoen euro.

Wat is de rol van SURF hierin? De Ranitz: “SURF faciliteert, organiseert, onder meer via kennissessies en brainstormbijeenkomsten, en bundelt samenwerking. De diverse sectoren geven de richtingen aan, bepalen waar zij commitment aan willen en durven geven. Zo ontstaat een vliegwieleffect dat je alleen kunt realiseren als je er met zijn allen voor gaat: bestuurders, hoogleraren, docenten, studenten, IT-directeuren. Wij zorgen voor de samenhang, maar het zijn uiteindelijk de instellingen die tot concrete resultaten moeten komen met behulp van de Groeifonds-gelden.”

Innovatiezones

Een tweede vorm van samenwerking is te vinden in de SURF-strategie (zie kader onderaan), die onder meer samenkomt in de zogeheten Innovatiezones. Tussen 2022 en 2027 werkt de SURF-organisatie samen met leden in negen Innovatiezones aan de verhoging van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek met behulp van ICT-innovatie: (Cyber)veiligheid; Flexibel & efficiënt onderwijs; Digitale leermaterialen; Studiedata benutten; Online & toetsen; Data; Infrastructuren; Skills & capaciteit; Open science.

“Het gaat hier om vraagstukken rondom thema’s die we niet kunnen tackelen zonder samenwerking. Alleen zo kunnen we vervolgstappen zetten. Om bij security te blijven: wat we doen, werkt prima. Maar cybercriminelen worden steeds slimmer en dus moeten we wij dat ook worden. Of: de student van de toekomst moet straks op basis van zijn collegekaart overal alle vakken kunnen volgen, al het nodige lesmateriaal kunnen gebruiken, ongeacht of het nou een mbo, hogeschool of universiteit is. En hier moet een diploma uit volgen waarvan de kwaliteit nationaal en internationaal erkend wordt.”

De technologie hiervoor is er vaak al, stelt De Ranitz. Maar om het te realiseren, heb je alle wijsheid nodig die SURF samen met de leden heeft. “Zo zoeken we naar collectieve oplossingen die alleen werken als alle leden meedoen. Dat is wat onze Innovatiezones ondersteunen en dat is ook waar Npuls voor staat: hoe krijg je proven technology geïmplementeerd op basis van eenduidige standaarden. Hoe ga je dit opschalen? Het wordt een ongelofelijke klus, maar iedereen heeft ervoor getekend, en we gaan er voor.”

Tevreden

Wanneer kijkt De Ranitz over drie jaar tevreden terug en vooruit? “Als studenten ervaren dat digitalisering op een hele natuurlijke manier in hun onderwijsleven is ingepast; als zij regie ervaren in hoe zij zo hun onderwijsplan vorm kunnen geven, dan hebben we het als SURF en de sector goed gedaan. Hetzelfde geldt voor onderzoekers: op een goede en veilige manier de enorme hoeveelheden beschikbare data kunnen inzetten voor beter onderzoek, dat is wel de droom. Ik denk niet dat we daarmee over drie jaar al klaar zijn. Maar als we dan in ieder geval het begin ervan zien, dan ben ik tevreden.”

De SURF-strategie

De SURF-strategie bestaat uit drie elementen:

  1. SURF als vereniging, waarin leden samen optrekken over de grenzen van hun sector/campus heen en samen met de SURF-organisatie kennis ontwikkelen, bundelen en delen over de optimale inzet van ICT in onderwijs en onderzoek.
  2. SURF als dienstverlener, waarin de SURF-organisatie een betrouwbaar en state of the art dienstenaanbod levert dat in samenspraak met leden tot stand is gekomen.
  3. SURF als innovatiewerkplaats, waarin we een omgeving creëren waar leden onderling en met de SURF-organisatie optimaal kunnen samenwerken aan complexe innovatievraagstukken.
Outpost24 17/12/2024 t/m 31/12/2024 BN + BW