Digitale transformatie blijkt weerbarstig in de praktijk

Vooraf aan de opening van het uitgebreide en deels vernieuwde AM7-datacenter van Equinix in Amsterdam Zuidoost, afgelopen dinsdag 4 december, organiseerde Dutch IT-channel op verzoek van de datacentergigant een Round Table met aan tafel een representatieve selectie van bedrijven uit het Equinix-partnerlandshap. Onderwerp van gesprek: de digitale transformatie in de praktijk!

We bevinden ons in de boardroom van de Fletcher Tower – die opvallende blauwe cylinder vlak naast de A2 in Amsterdam Zuidoost. Op een centrale positie aan tafel Witold Kepinski, hoofdredacteur Dutch IT-channel. Van Equinix zijn als gastheren aangeschoven Senior Director Sales Martijn Kooiman en Channel Partner Manager Eric Bruins. Daartoe uitgenodigd door moderator Danny Frietman van Dutch IT-channel beschrijft de eerste nog even ‘het waaróm’ van de Equinix-rondetafelbijeenkomsten. “Het is voor Equinix heel belangrijk om samen met partners oplossingen te bouwen richting de eindklant”, zegt hij. “Daarvoor moeten we heel goed weten wat er bij onze partners speelt en dat is dan ook de reden dat we hier vanochtend zitten.”

Goede afspiegeling

“We zijn relatief jong op channelgebied”, haakt Bruins daarop in. “We zijn nog geen drie jaar bezig en je ziet nu al dat ons channelmodel z’n resultaten begint op te leveren. Dat betekent aan de ene kant klanten, maar aan de andere kant zie ik ook dat we met elkaar een ecosysteem aan het vormen zijn, waarin channelpartijen elkaar beginnen op te zoeken en ook elkaar steeds beter weten te vinden. Dat levert projecten op. Misschien niet direct voor Equinix zelf, maar wel projecten die partners in staat stellen om straks weer wat met Equinix te doen.”

De partners aan tafel, vormen een goede afspiegeling van het Equinix-partnerlandschap, geeft Bruins desgevraagd aan. “Ik zie partijen vanuit security, onze technology alliances, system integrators, network providers, ‘born in the cloud’-partijen, partijen uit de consultancyhoek… Dus we hebben hier een mooie doorsnede en een goede mix als je kijkt naar waar wij als Equinix op inzetten: cloudconnectiviteit, security en hybride infrastructuren.”

Bedrijfscultuur!

Het is Kepinski die de discussie aanzwengelt. Onlangs was hij op de Gartner ITxpo in Barcelona. Uit gesprekken met Nederlandse IT-beslissers en CIO’s werd hem duidelijk dat de uitvoering van de digitale transformatie in de praktijk maar heel moeizaam van de grond komt. Kepinski: “Iedereen heeft er zijn mond van vol, maar vooral grip krijgen op de groeiende datastromen, gaat niet van een leien dakje.” Soms gaat het ook wél goed, benadrukt hij, zoals bij Rijkswaterstaat, en ook bij Randstad, waar men een mooi digitaal technology center heeft ontwikkeld om sneller en op een agile manier grip te krijgen op de datastromen, maar het is over het geheel bekeken niet iets dat gladjes verloopt. En wat hem in Barcelona vooral duidelijk werd: het is met name de bedrijfscultuur die een succesvolle digitale transformatie vaak in de weg zit. “Als die cultuur er nog niet rijp voor is gaat de invoering ervan gewoon heel moeizaam.”

Het is een observatie die door vrijwel iedereen aan tafel direct wordt herkend. Een deelnemer uit de consultancy-hoek merkt op: “Ook wij zijn bij klanten veel bezig met people en processes. Want álles verandert. ITIL? Gooi het maar aan de kant. Je hoeft niet helemaal van scratch af aan opnieuw te beginnen, maar je moet alles weer ombouwen en aanpassen aan die nieuwe manier van werken. Het hele Target Operating Model gaat veranderen – heel veel werk. En alle hakken gaan vaak in het zand, als werknemers ontdekken wat de verandering voor hún positie betekent.”

Bij digitale transformatie gaat het meer om de transformatie dan om het digitale aspect, merkt een ander op. “Ik kom vaak bij bedrijven die direct beginnen over: ik heb dit aan compute en storage, en ik heb die en die data, wat kan ik daarvan maken. Mijn eerste vraag is dan altijd: wat is het probleem dat je wilt oplossen. En voor wíe is het een probleem: voor jezelf, voor je bedrijf of voor je klanten. Dat moet ook het uitgangspunt zijn bij je digitale transformatie. En niet de technologie of de push vanuit de markt.”

Een derde, werkzaam in een organisatie die diensten levert aan de top van de enterprise-markt, ervaart bij met name multinationals een enorme traagheid als het gaat om het doorvoeren van digitale transformatieprojecten. “Die multinationals zijn gewoon nergens klaar voor. Die gaan allemaal naar die mooie Gartner-bijeenkomsten, en knikken allemaal netjes ja, zo moet het. Maar dan komen ze terug en hebben ze trage laptops, twintig communicatieapplicaties die niet goed werken, met data die nog gewoon in een spreadsheetje wordt gestopt… Dat is zó mijlen ver verwijderd van wat Gartner predikt.”

Uitdagingen en kansen

“Dat zijn voor jullie natuurlijk hele grote uitdagingen, maar dat biedt ook kansen”, merkt moderator Frietman op. En inderdaad, die kansen zijn er volop, zo blijkt uit de reacties. De één ziet door de invoering van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) een nieuwe reden voor outsourcing ontstaan. “Omdat men die verantwoordelijkheid wil verleggen, met name in overheidsland en bij partijen die daar direct aan leveren. En ook in de zorg zien we dat gebeuren.” De ander ziet een kans in dat er geen ‘end state’ meer is. Daarbij doelend op het fenomeen dat er niet meer langere tijd naar één bepaalde doeltoestand wordt toegewerkt, die dan voor een periode weer even volstaat, maar dat producten en processen tegenwoordig eigenlijk voortdurend in ontwikkeling zijn. “Een beetje de hele DevOps-gedachte”, vat hij het bondig samen. “Dus moeten wij ons als leverancier druk maken over wat voor producten en diensten wij in de markt kunnen zetten die dat gaan bijhouden. Dat kun je als een probleem zien, maar biedt ook een grote kans, denk ik.”

Op de vraag van Frietman wat dat betekent voor zijn eigen bedrijf, zegt hij: “Dat betekent dat je constant moet blijven onderzoeken waar het heen gaat. Wij zijn een wereldwijd bedrijf en doen heel veel met thermometers. Dus wij zien, net als Gartner, dingen vrij snel en goed aankomen. Waar het vervolgens om gaat is: hoe ga je daar als traditioneel bedrijf op reageren. Hoe ga je het gevecht aan met challengers, met nieuwkomers, met de startups!”

Co-creatie!

De tafel blijkt zich goed te kunnen vinden in de conclusie van Frietman dat een en ander leidt tot een markt waarin rollen constant aan het verschuiven zijn en ook steeds meer blijkt dat geen bedrijf alles nog in zijn eentje kan invullen. “Dat is inderdaad precies wat wij zien gebeuren”, onderschrijft een deelnemer. “Het is vaak een heel complexe puzzel, en om die te kunnen oplossen heb je partnerships nodig. De een is goed in security, de ander in cloud, de derde in networking… Al die competenties heb je nodig om vanuit die big data uiteindelijk bedrijfskritische informatie te kunnen leveren.”

“Klanten hebben ook niet meer zo’n moeite met die combi’s als tien jaar geleden”, voegt zijn overbuurman daaraan toe. “Ze willen wel één aanspreekpunt, maar de vraag welke verschillende partijen daar vervolgens achter schuil gaan, wordt eigenlijk nauwelijks nog gesteld. En hetzelfde geldt voor de vraag over de gebruikte technologie. Tien jaar geleden was dat wel anders. Dat laat goed zien dat die vragen veel minder relevant worden in de context van servicemodellen en dat soort zaken.”

Ook Kepinski ziet, afrondend, steeds meer samenwerking tussen partijen ontstaan. “Iedereen heeft zijn eigen expertise en ook mij valt op dat het meer en meer een kwestie van co-creatie is in de markt. Net zoals natuurlijk deze rondetafel een mooi voorbeeld van co-creatie was!”

Door: Dick Schievels