Onderzoek naar regelgeving rondom virtuele technologie
Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatie Centrum (WODC) onderzoekt of aanpassing van bestaande reguleringskaders en wettelijke voorschriften voor virtuele technologie nodig is. Het gaat hierbij in het specifiek om virtual reality, augmented reality en mixed reality, samen ook wel immersieve technologie genoemd.
Dit meldt minister Sander Dekker van Rechtsbescherming in reactie op een motie van SGP-Kamerlid Kees van der Staaij en CU-Kamerlid Stieneke van der Graaf. Onderzocht wordt onder meer onder welke bestaande reguleringskaders en regelgeving immersieve technologie nu valt. In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen consumententoepassingen, toepassingen in de zorg en toepassingen in het justitiedomein.
De WODC brengt in kaart of deze reguleringskaders en regelgeving voldoende zijn. Indien dit niet het geval blijkt, identificeert het onderzoek welke reguleringen en regelgeving nodig zijn om de situatie te verbeteren. Het WODC zet ook uiteen hoe kaders en regelgeving ingericht kunnen worden om deze actueel te houden bij verdere ontwikkeling van immersieve technologie.
"Virtual reality, augmented reality en mixed reality zijn veelbelovende technologieën, zowel voor eindgebruikers als solution providers. Regelgeving is noodzakelijk om het gebruik van immersieve technologieën veilig te houden. Het gebruik van de dergelijke toepassingen is in ieder domein anders. BTG juicht het dan ook toe dat in het onderzoek onderscheid wordt gemaakt tussen consumenten-, zorg- en justitietoepassingen", zegt Petra Claessen, directeur BTG/TGG, in een reactie.