Onderzoek: Niet-managers en vrouwelijke managers zoeken eerder nieuwe baan
De golf aan vertrekkende medewerkers houdt in 2022 aan. Over het algemeen zullen minder werknemers in 2022 hun baan willen behouden; 65 procent van de werknemers (64 procent in Nederland) zegt van plan te zijn in 2022 in dienst te blijven, tegenover 70 procent in 2021. Van alle groepen werknemers is niet-leidinggevend personeel het minst geneigd om bij het bedrijf te blijven; slechts 62 procent geeft aan te willen blijven. Niet-leidinggevend personeel en vrouwelijke leidinggevenden zeggen eerder hun baan op in 2022.
Dit blijkt uit het derde jaarlijkse Employee Experience Trends Report van Qualtrics, gespecialiseerd in Experience Management (XM). Het onderzoek, waaraan zo’n 14.000 fulltime werknemers in 27 landen deelnamen, brengt in kaart hoe de werknemerservaring in bijna twee jaar van pandemie is veranderd en waaraan werkgevers in 2022 prioriteit moeten geven om betere ervaringen voor hun werknemers te creëren.
Vrouwen willen vaker andere werkgever
Bij het middenkader werd de grootste daling geconstateerd in de intentie om de baan te behouden in 2022: 69 procent is van plan de komende jaren bij de werkgever te blijven, terwijl dit percentage in 2021 nog op 83 lag. Interessant is dat deze trend zichtbaarder was bij vrouwelijke middenmanagers, die drie keer meer geneigd zijn binnen een jaar te vertrekken dan in 2021. In Nederland constateren we een vergelijkbare trend dit jaar; de wil om te blijven onder mannelijke managers is 65 procent en onder vrouwelijke managers 50 procent.
"Er wordt van leidinggevenden meer verwacht dan ooit", zegt Benjamin Granger, hoofd Werknemerservaringen bij Qualtrics. “Ze moeten zich niet alleen op hun dagelijkse werkzaamheden richten, maar managers moeten ook de mentale gezondheid van hun werknemers ondersteunen, de cultuur bewaken en uitdragen en vooruitgang boeken op het gebied van diversiteit, gelijkheid en inclusie. Dit takenpakket is van cruciaal belang voor het creëren van een geweldige werkervaring, maar kan tegelijkertijd leiden tot burn-outs. Dit is het moment voor organisaties om te investeren in hun leidinggevenden en hen de mogelijkheden te bieden om voor zichzelf te zorgen, zodat zij voor anderen kunnen zorgen.”
Werknemers verwachten betere werkervaringen
Hybride werk is een blijvertje. 35 procent van de werknemers zegt op zoek te gaan naar een nieuwe baan als ze fulltime naar kantoor moeten terugkeren. Werknemers zijn niet onder de indruk van hun ervaringen met de technologie en de kantoren die hen ter beschikking staan. Internationaal gezien geeft slechts 30 procent aan dat hun ervaring met de technologie van hun bedrijf hun verwachtingen overtreft, slechts 23 procent vindt datzelfde met betrekking tot hun ervaring met het werken op hun kantoor. In Nederland liggen die percentages met respectievelijk 17 en 13 procent nog beduidend lager.
"Er is een duidelijke discrepantie tussen de ervaringen die werknemers verwachten in hybride werkomgevingen en hetgeen werkgevers daadwerkelijk bieden", zegt Granger. “Kantoren zijn geëvolueerd van een simpele werkplek naar een plaats waar mensen kunnen samenwerken en deelnamen aan sociale activiteiten. Begrip van wat werknemers nodig hebben om efficiënt te werken is essentieel als je een werkplek moet creëren waarin mensen het beste uit zichzelf kunnen halen.”
Werknemers willen dat er werk gemaakt wordt van DEIB
Veel bedrijven hebben toegezegd hun diversiteit, gelijkheid, inclusie en verbondenheid (DEIB - diversity, equity, inclusion and belonging) te verbeteren, en hun werknemers verwachten flinke progressie op dit gebied. In het onderzoek geeft 70 procent van de werknemers aan dat hun bedrijf voldoende vooruitgang heeft geboekt op het gebied van DEIB; 67 procent is van mening dat de acties van senior leidinggevenden blijk geven van betrokkenheid bij het verbeteren van DEIB. Voor Nederland liggen die cijfers op respectievelijk 64 en 57 procent.
Het is interessant om te constateren dat de grootste verschillen in antwoorden op de bijbehorende vragen niet op het niveau van ras of geslacht voorkomen, maar op het niveau van de positie binnen het bedrijf. 80 procent van de senior leidinggevenden zegt dat hun acties aantonen dat ze toegewijd zijn aan een grotere DEIB, terwijl slechts 58 procent van de niet-leidinggevenden dat aangeeft.
Prioriteit voor het welzijn van werknemers op de lange termijn
Met de opkomst van hybride werken en werken op afstand wordt de scheidslijn tussen werk en privé steeds vager. Internationaal gezien meldt 29 procent van de werknemers zich niet altijd ziek als ze zich niet goed genoeg voelen om te werken. In Nederland is dat maar liefst 47 procent. Van de Nederlandse werknemers geeft 17 procent aan niet snel te herstellen van stressvolle werkervaringen. En zelfs als ze niet aan het werk zijn, maakt 18 procent zich vaak zorgen over werkgerelateerde problemen.
Om het welzijn van werknemers beter te begrijpen, vroeg Qualtrics werknemers naar hun zelfvertrouwen op het werk, de relaties die ze hebben met hun collega's en hun energieniveau op de werkplek. De trends die op deze gebieden zichtbaar zijn, tonen aan dat de pandemie geen eenduidige impact heeft gehad op het werkende leven. De energie die werknemers ervoeren nam internationaal gezien met 5 procentpunten toe, wat wordt ondersteund door het feit dat 50 procent van de werknemers vindt dat hun fysieke en mentale welzijn daadwerkelijk is verbeterd tijdens het thuiswerken.
Het niveau van de vertrouwensrelaties van werknemers met hun collega's is met 3 procentpunten gedaald, wat aangeeft dat het bevorderen van het contact een prioriteit moet blijven voor organisaties. Open en eerlijke communicatie bleek overigens de belangrijkste factor voor welzijn in ons onderzoek.
Het volledige rapport voor Nederland is hier te downloaden.