Intel krijgt flinke boete van Europese Commissie
De Europese Commissie legt Intel opnieuw een boete van 376,36 miljoen euro, ruim 400 miljoen dollar, op wegens concurrentiebeperkende praktijken op de markt voor computerchips. Intel hield zich volgens de Europese Commissie bezig met een reeks concurrentiebeperkende praktijken met als doel concurrenten uit te sluiten van de relevante markt, wat in strijd is met de antitrustregels van de EU. "Daadwerkelijke concurrentie is in het voordeel van consumenten doordat bedrijven worden gestimuleerd om goederen en diensten tegen de gunstigste voorwaarden aan te bieden. Europese antitrustregels verbieden overeenkomsten tussen marktdeelnemers die de concurrentie zouden beperken, en misbruik van dominantie", aldus de Europese Commissie.
De Europese Commissie meldt: 'Intel hield zich bezig met een reeks concurrentiebeperkende praktijken die erop gericht waren concurrenten van de relevante markt uit te sluiten, wat in strijd was met de EU-mededingingsregels.
Het besluit waarbij opnieuw een boete wordt opgelegd
In 2009 heeft de Commissie Intel een boete van 1,06 miljard euro opgelegd nadat zij had vastgesteld dat Intel misbruik had gemaakt van haar machtspositie op de markt.markt voor x86 CPU's. Het besluit van de Commissie was gebaseerd op bevindingen dat Intel zich schuldig had gemaakt aan twee specifieke vormen van illegale praktijken door: (i) geheel of gedeeltelijk verborgen kortingen te geven aan computerfabrikanten op voorwaarde dat zij alle of bijna alle x86-CPU's van Intel kochten (dus - zogenaamde 'voorwaardelijke kortingen' ); en (ii) het betalen van computerfabrikanten om de lancering van specifieke producten die x86-CPU's van concurrenten bevatten, stop te zetten of uit te stellen, en om de verkoopkanalen die voor deze producten beschikbaar zijn te beperken (zogenaamde ' naked restricties' ).
In 2022 heeft het Gerecht het besluit van de Commissie uit 2009 gedeeltelijk nietig verklaard, met name de conclusie van de Commissie met betrekking tot de voorwaardelijke kortingenpraktijk van Intel. Tegelijkertijd bevestigde het Gerecht dat de naakte beperkingen van Intel neerkwamen op misbruik van een dominante marktpositie in de zin van de mededingingsregels van de EU. Het Gerecht heeft ook de aan Intel opgelegde geldboete in zijn geheel nietig verklaard, nadat het tot de conclusie was gekomen dat zij het bedrag van de geldboete niet alleen kon vaststellen met betrekking tot de naakte beperkingen.
Naar aanleiding van dit arrest neemt de Commissie vandaag een nieuw besluit, waarbij Intel uitsluitend voor de naakte beperkingen een boete wordt opgelegd. Deze beperkingen vonden plaats tussen november 2002 en december 2006 en bestonden uit betalingen door Intel aan drie computerfabrikanten (namelijk HP, Acer en Lenovo) om de lancering van specifieke producten met x86-CPU's van concurrenten stop te zetten of uit te stellen en om de verkoopkanalen te beperken beschikbaar voor deze producten.
Naakte beperkingen vormen een ernstige inbreuk op artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ('VWEU') en de Commissie heeft daarom besloten Intel opnieuw een boete van ongeveer € 376,36 miljoen op te leggen. De lagere boete die in het besluit van vandaag wordt opgelegd, weerspiegelt de beperktere reikwijdte van de inbreuk vergeleken met het besluit van de Commissie uit 2009.
Dit besluit laat het hangende beroep van de Commissie tegen de nietigverklaring door het Gerecht van haar bevinding uit 2009 van een inbreuk op de voorwaardelijke kortingen van Intel onverlet.
Achtergrond
Artikel 102 VWEU en artikel 54 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte verbieden misbruik van een machtspositie.
Op 26 juli 2007 heeft de Commissie een procedure ingeleid en een mededeling van punten van bezwaar tegen Intel aangenomen. Op 17 juli 2008 stuurde de Commissie een aanvullende mededeling van punten van bezwaar en vervolgens een brief waarin aanvullende feitelijke elementen werden uiteengezet die relevant waren voor het uiteindelijke besluit. Op 13 mei 2009 heeft de Commissie Intel een boete van 1,06 miljard euro opgelegd wegens misbruik van zijn machtspositie op de markt voor x86-CPU's.
In 2014 heeft het Gerecht het beroep van Intel tegen het besluit van de Commissie uit 2009 ( T-286/09 ) afgewezen. In 2017 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (“Hof van Justitie”), na hoger beroep van Intel, het arrest van het Gerecht van 2014 nietig verklaard en de zaak terugverwezen naar het Gerecht (C-413/14P ). In zijn arrest heeft het Hof van Justitie de voorwaarden verder verduidelijkt waaraan moet worden voldaan wanneer voorwaardelijke kortingen kunnen neerkomen op een inbreuk op de EU-mededingingsregels. Tegelijkertijd verzocht zij het Gerecht om te onderzoeken of de voorwaardelijke kortingen de mededinging konden beperken, gelet op bepaalde economische bewijzen waarop Intel zich in 2014 voor het Gerecht had beroepen. In 2022 deed het Gerecht opnieuw uitspraak in de zaak en vernietigde het deel van het besluit van de Commissie uit 2009 betreffende de voorwaardelijke kortingen, maar bevestigde de onwettigheid van de naakte beperkingen van Intel( T-286/09 RENV ). Het Gerecht ookheeft de aan Intel opgelegde geldboete in zijn geheel nietig verklaard, nadat zij tot de conclusie was gekomen dat zij het bedrag van de geldboete niet uitsluitend met betrekking tot de naakte beperkingen niet kon vaststellen. De Commissie heeft tegen het deel van het arrest van het Gerecht uit 2022 betreffende de voorwaardelijke kortingen beroep aangetekend bij het Hof van Justitie ( C-240/22 P ). Het beroep is hangende.
Meer informatie zal beschikbaar worden gesteld onder zaaknummer AT.37990 in het openbare zaakregister op de mededingingswebsite van de Commissie zodra eventuele vertrouwelijkheidsproblemen zijn opgelost. Een vraag en antwoord over deze zaak vindt u hier. Een periodieke compilatie van antitrust- en kartelnieuws is beschikbaar in de Competition Weekly News Summary .
"Met het besluit van vandaag leggen we opnieuw een boete van € 376,36 miljoen op aan Intel omdat het misbruik heeft gemaakt van zijn machtspositie op de markt voor computerchips. Intel betaalde zijn klanten om de verkoop van producten die computerchips van zijn belangrijkste rivaal bevatten, te beperken, uit te stellen of te annuleren. Dit is illegaal volgens onze concurrentieregels. Uit ons besluit blijkt dat de Commissie vastbesloten is ervoor te zorgen dat zeer ernstige inbreuken op de antitrustwetgeving niet onbestraft blijven", zegt aldus Commissaris Didier Reynders, belast met het mededingingsbeleid.'