ACM wijst bezwaren Apple tegen last onder dwangsom af
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft de bezwaren van Apple tegen de eerder door de ACM opgelegde last onder dwangsom afgewezen. In augustus 2021 legde de toezichthouder een last onder dwangsom op aan Apple, omdat het bedrijf misbruik maakte van haar machtspositie door onredelijke voorwaarden op te leggen aan datingappaanbieders die van de App Store gebruikmaken. Aangezien Apple deze overtreding niet binnen de daarvoor gestelde termijn ongedaan maakte, moest Apple voor een totaalbedrag van € 50 miljoen aan dwangsommen betalen. De bezwaren die Apple hiertegen maakte zijn volgens de ACM ongegrond. Dit heeft de ACM in haar besluit van 13 juli 2023 aan Apple bekendgemaakt.
In 2019 startte de ACM een onderzoek om te bepalen of Apple misbruik maakt van de machtspositie die het bedrijf verworven heeft met haar App Store. Dit omdat uit een marktstudie van de ACM signalen kwamen over mogelijke marktproblemen als gevolg van de voorwaarden die Apple hanteert voor gebruik van de App Store. Als appaanbieders betaalde apps voor digitale diensten – zoals datingapps – willen aanbieden, dan moeten zij aan andere voorwaarden voldoen dan appaanbieders voor fysieke producten (denk aan online kledingverkoop). Appaanbieders van digitale diensten moeten op grond van de App Store-voorwaarden onder meer verplicht gebruik maken van het betaalsysteem van Apple (de IAP-voorwaarde) en zij mogen niet naar andere betaalmogelijkheden buiten de App Store verwijzen (de anti-steering-voorwaarde).
Volgens de ACM zijn deze twee onderdelen en een ander onderdeel van de App Store-voorwaarden onredelijk ten opzichte van datingappaanbieders. Een onderneming met een machtspositie als Apple mag op grond van Europese en Nederlandse concurrentieregels geen onredelijke voorwaarden hanteren. Misbruik van machtspositie drijft de prijs op, verslechtert de kwaliteit van producten en diensten en beperkt innovatie.
Wat is er sindsdien gebeurd?
Apple maakte bezwaar tegen het dwangsombesluit en stapte naar de voorzieningenrechter. Die wees op 24 december 2021 het verzoek van Apple af om schorsing van het besluit ten aanzien van de twee genoemde onredelijke onderdelen van de App Store-voorwaarden: de IAP-voorwaarde en de anti-steering voorwaarde. Omdat Apple deze voorwaarden niet op tijd aanpaste, moest zij dwangsommen aan de ACM betalen. Inmiddels heeft Apple dit deel van haar voorwaarden gewijzigd en daarmee voldaan aan de eisen van de ACM. De rechter schorste wel het deel van het besluit tegen een derde onderdeel van de App Store-voorwaarden. Daarover mocht de ACM ook niet publiceren.
Op 13 juli 2023 besloot de ACM dat alle bezwaren van Apple ongegrond zijn. De ACM blijft van oordeel dat alle drie de onderdelen van de voorwaarden onredelijk zijn. Dit staat toegelicht in de samenvatting van dat besluit, die de ACM vandaag publiceert.
Hoe gaat het nu verder?
Apple is inmiddels gestopt met het toepassen van de IAP-voorwaarde en de anti-steering-voorwaarde en heeft daarmee dit deel van de overtreding beëindigd. Dit geldt nog niet voor het derde onderdeel van de voorwaarden waarop het dwangsombesluit betrekking heeft. Over dat deel van het dwangsombesluit zal de ACM – in lijn met het oordeel van de voorzieningenrechter – nu niet publiceren omdat een nieuwe voorlopige voorzieningenprocedure tot ongewenste vertraging zou leiden. Apple heeft inmiddels tegen het besluit op bezwaar van 13 juli 2023 beroep ingesteld. Als de bodemrechter de ACM in het gelijk stelt, dan gaat de ACM over tot handhaving en publicatie van het geschorste onderdeel van het besluit.