Minister De Jonge legt gebruik drones door gemeenten niet aan banden
Minister De Jonge van Binnenlandse Zaken gaat het gebruik van drones voor inspectiedoeleinden in woonwijken niet aan banden leggen. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk of de inzet van drones geoorloofd is.
Dit meldt minister De Jonge in een Kamerbrief, waarmee hij reageert op Kamervragen. Onder meer de SP stelden vragen over de inzet van drones in verschillende Nederlandse gemeenten voor controle- en inspectiedoeleinden, waaronder Den Haag en Deventer.
SP-Tweede Kamerleden Van Nispen en Temmink pleitten voor een verbod op dergelijke inspecties. Zij stellen dat op basis van het Luchtvaartregelement het niet is toegestaan boven bebouwde gebieden of menigten te vliegen. Dit is alleen toegestaan met een ontheffing.
'Verbod is niet nodig'
Minister De Jonge vindt een dergelijk verbod echter niet nodig. De minister wijst erop dat gemeenten moeten toetsen of plannen waarbij gefilmd wordt of foto's worden gemaakt in lijn zijn met privacywetgeving. "Het uitvoeren van een risicoanalyse voor iedere vlucht is niet vereist als de verkregen vergunning geldig is voor de beoogde vlucht. Risico’s met betrekking tot bescherming van privacy vallen daarbij buiten de risicoanalyse die uitgevoerd moet worden voor het verkrijgen van een vergunning. Exploitanten moeten als onderdeel van de vergunningsaanvraag wel verklaren dat de vluchten worden uitgevoerd in overeenstemming met de van toepassing zijnde regels voor bescherming van de privacy", aldus de minister.
Ook stelt de minister dat vluchten met drones boven kleine groepen of mensen die bewegingsvrijheid hebben niet verboden is. "Gemeente Den Haag heeft aangegeven dat gebruik wordt gemaakt van een externe drone operator die over de benodigde vergunningen en gekwalificeerd personeel beschikt om de vluchten veilig uit te voeren, en die indien nodig specifieke vergunningen aanvraagt. Uit navraag bij de Deventer blijkt dat niet boven aaneengesloten bebouwingen of mensenmenigten wordt gevlogen en daarom een ontheffing niet nodig is", schrijft minister De Jonge.