Martijn Kregting - 15 november 2023

Debat over digitalisering: pleidooi voor minister van digitale zaken

Een minister of ministerie van digitale zaken? Datacenters onder de grond? Meer samenwerken met het bedrijfsleven om te bepalen welke kant digitalisering uit moet gaan? Kleinere maar meer flexibele aanbestedingstrajecten op IT-gebied? Het waren een paar van de zaken die aan de orde kwamen tijdens het eerste Nationale Debat over digitalisering afgelopen maandag.

Debat over digitalisering: pleidooi voor minister van digitale zaken image

Bij het debat in Nieuwspoort gingen zes (kandidaat) Tweede Kamerleden in op belangrijke elementen die een rol spelen bij de digitale transformatie van overheid, samenleving en bedrijfsleven. Het debat werd georganiseerd door een reeks brancheorganisaties, waaronder BTG, Dutch Datacenter Association, Dutch Cloud Community en NL Digital, en Nieuwspoort zelf.

Belangrijke digitale vraagstukken

Hawre Rahimi (VVD), Henk Vermeer (BBB), Lisa van Ginneken (D66), Barbara Kathmann (GroenLinks/PvdA), Michael Teng-Li Tai (Volt) en Jesse Six Dijkstra (NSC) debatteerden onder leiding van moderator en voormalig politicus Kees Verhoeven over belangrijke vraagstukken als (het gebrek aan) IT-kennis in de politiek, cyberweerbaarheid, digitale autonomie van Nederland, het belang en de last van regulering en de enorme impact van AI.

Enkele take outs: een meerderheid is voor een minister van Digitale Zaken om meer eenheid aan te brengen in de digitale visie en strategie van de overheid; AI moet tot op zekere hoogte gereguleerd worden, maar laten we vooral kijken naar de kansen; er is echt wel IT-kennis bij de overheid, al kan het in de politiek nog beter; de overheid moet meer gebruik maken van de kennis die aanwezig is bij het bedrijfsleven en samen met hun brancheorganisaties de uitdagingen en kansen inzake digitalisering oppakken.

Kern van de zaak

In het debat probeerde moderator Verhoeven naar boven te krijgen wat nou de kern is van de paragrafen over digitalisering in de diverse verkiezingsprogramma’s. Zo stelt bijna iedereen de al goede digitale Nederlandse infrastructuur erg belangrijk te vinden, maar tegelijkertijd sijpelen er ook beperkende, soms zelfs restrictieve maatregelen door. Bovendien, benadrukt Verhoeven, zijn er maar weinig programma’s die ingaan op het faciliteren van de benodigde zeekabels, datacentra en energievoorzieningen om alles te laten draaien.

Waar Barbara Kathmann (Gr.L-PvdA) pleite voor een goede afstemming tussen een industrieplan voor de digitale economie en groene industriepolitiek, lag de focus van Henk Vermeer (BBB) meer op een goede balans in de verdeling van grond. Voedselzekerheid is van groot belang, dus liever datacentra onder de vruchtbare landbouwgrond dan erop. Dat vergt een langjarige visie op ruimteverdeling. “We zijn een van de wereldwijd negen vruchtbare rivierdelta’s. Dat legt ook een verantwoordelijkheid op ons.”

Niet geheel onverwacht ziet Michael Teng-Li Tai (Volt) vooral heil in Europese samenwerking om tot een soort Europese Sillicon Valley te komen. “Je kunt je als land niet overal in specialiseren, dus laten we criteria opstellen om te bepalen wat het meest effectieve groeipad is naar bepaalde specialisaties. Willen we de regie in eigen handen houden, dan moeten we misschien de keuze maken om eerst die criteria op te stellen, bijvoorbeeld voor waar datacentra aan moeten voldoen, voordat we verdere stappen zetten.”

Ook het publieke belang moet meer naar voren komen in dergelijke criteria, meent Teng-Li Tai. Dergelijke criteria zijn er nu nog eigenlijk niet. Kathmann voegt hieraan toe dat het soms nodig is in het publieke belang dat de overheid de marktwerking terugdringt om burgers te beschermen.

Internetstekkerdoos van Europa

Lisa van Ginneken (D66) benadrukt vooral dat er al heel veel digitale infrastructuur in Nederland is. “We zijn de internetstekkerdoos van Europa, met onze datacentra, glasvezelinfrastructuur en zeekabels die bij ons binnen komen.” Je ziet ook al dat dat in elke sector de digitale component al de ruggengraat is, meent Van Ginneken, maar verdere groei door en van digitalisering wordt geremd door versnipperd beleid. Goede keuzes maken om de digitale infrastructuur centraal te stellen in onze economie is dan ook een must. “Daarin moeten we publieke waarden natuurlijk wel meenemen.”

Jesse Six Dijkstra (NSC) onderstreept in navolging van deze waarden het belang van datasoevereiniteit. “Daar moeten we echt op inzetten. Als het kan op Nederlands niveau, anders binnen de EU. “We hebben nu nog geen goed alternatief voor partijen zoals AWS en Azure, daar moeten we wel echt aan gaan werken.”

Voor Hawre Rahimi (VVD) wordt er echter nog steeds te veel geroepen en te weinig gedaan. “Er is inderdaad al vrij veel infrastructuur, maar een echte visie ontbreekt. Daarom ben ik ook wel blij met de komst van de vaste Kamercommissie voor digitale zaken, waar we over dit soort digitale vraagstukken debatteren. We hebben echt die bundeling van kennis en kunde nodig, al is het denk ik hard nodig dat meer Kamerleden structureel de vergaderingen van de commissie volgen.”

Minister van Digitale Zaken

Kathmann (Gr.Links/PvdA) doet – en niet als enige – dan nog een oproep om echt tot een minister van digitale zaken te komen om tot de benodigde krachtenbundeling te komen van het nu versnipperde beleid. “De overheid loopt echt niet meer als een ziek paard achter de digitalisering van Nederland aan. Maar er is geen overkoepelend plan. Meer datacentra? Kan, maar waar, hoe groot en met welke redenen? Leg je dat als overheid ook duidelijk uit, dan krijg je minder weerstand bij de burger.”

Die digitale minister, al dan niet met een eigen ministerie, staat op het wensenlijstje van vijf van de zes aanwezigen. Vermeer (BBB) pleit voor een ministerie met een parapluwerking over alle andere departementen heen. Van Ginneken stelt blij te zijn dat er in plaats van hoon voor deze wens van D66 nu meer wensen voor zijn en ziet wel wat in een compleet opgetuigd ministerie. “Een ministerie van Digitale Zaken is wat dat betreft als een ministerie van Financiën, het heeft impact op elk beleidsterrein. Dit had al lang gebeurd moeten zijn.”

Teng-Li Tai (Volt), die digitalisering behalve een kans ook een must noemt, vindt een compleet ministerie ook noodzakelijk. Kathmann (Gr.Links/PvdA) vind een compleet ministerie te ver gaan, zeker omdat er nu al te weinig ambtenaren zijn. “Maar er zijn genoeg digitaal onderlegde ambtenaren, laat die onder zo’n minister vallen, die dan wel voldoende budget heeft. Zo komen we ook verder dan de huidige incidentenpolitiek.” Six Dijkstra (NSC) vind het in ieder geval nodig dat alle aspecten van digitalisering onder een minister vallen. Dus ook zaken zoals veiligheid en privacy, die nu nog bij ministeries zoals Justitie en Veiligheid zitten.

Als enige ‘vreemde eend in de bijt’ vindt Rahimi (VVD de oproep tot een minister of ministerie van digitale zaken eigenlijk overbodig. Eerst moet de basis op orde: meer digitale kennis in de tweede Kamer, een Kamercommissie voor digitale zaken waar bij vergaderingen ook alle betrokken Tweede Kamerleden ook structureel aanwezig zijn. “Een ministerie moet geen doel op zich zijn, het moet echt iets oplossen.”

Digitale weerbaarheid

Digitale weerbaarheid dan: strategische autonomie is veelbesproken in de EU en Nederland, zeker in het licht van verschuivende geopolitieke verhoudingen. “Je kunt innoveren en reguleren”, poneert moderator Verhoeven. “Nu wordt er vooral veel gereguleerd.” Hij somt enkele zaken op: de Cyber Resilience Act, NIS2, de AI Act in wording, de Digital Markets Act (DCA) en Digital Services Act (DSA). En dan hebben we al langer te maken met de AVG. “Hoe houden we alle Europese ambities voor Nederland behapbaar?”

Six Dijkstra (NSC) bepleit voor een goede uitvoerbaarheid van alle digitale wetgeving die op ons af komt een centrale autoriteit op het gebied van digitale weerbaarheid, het is nu te versnipperd. “De overheid heeft te weinig tanden en daadkracht om alleen al de doelgroepen van NIS2 goed te helpen. Het weerbaarheidsniveau moet in heel Nederland omhoog.”

Volgens Kathmann (Gr.L./PvdA) begrijpt niemand meer goed wat er allemaal op ons af komt, wie waar aan moet gaan voldoen. “Ook de betrokken toezichthouders vinden het nog erg complex. De overheid heeft te weinig kennis, het bedrijfsleven veel meer op dit punt. Zij weten vaak beter wat er op hen en ons afkomt en wat de impact is. We moeten denk ik samen kijken naar de uitvoering van al die regulering. En een loket waar informatie en kennis gebundeld wordt, dat makkelijker kan bijsturen als het ook mis gaat, hoort daar bij.””

Te veel uitstel

Van Ginneken meent dat er te veel regulering te lang uitgesteld is, waardoor we nu met een inhaalslag te maken hebben, zonder dat goed duidelijk is wat het handelingsperspectief van de diverse regels is. “De ambitie moet niet zijn om te voldoen aan alle regels, maar om weerbaarder te worden tegen malware, spionage, negatieve gevolgen van de macht van big tech. Zet je daar op in, dan wordt het makkelijker om compliant te zijn.”

Waar Van Ginneken net als GroenLinks/PvdA en NSC pleit voor een loket of taskforce, wil Rahimi (VVD) er niet nog een loket bij. “Dan ben je weer achteraf bezig. Ik zit nu zo’n twee jaar in de Tweede Kamer en merkte steeds dat we eigenlijk al te laat waren om vooruit te kijken naar wat er op ons af komt. Dat is wat nodig is: je moet twee jaar vooruit kijken naar wat er aan gaat komen en daarop voor sorteren, in plaats van weer een taskforce die roept waar we aan moeten voldoen. Nu al moeten we voor over twee jaar bepalen hoe we vanuit de politiek ondernemers kunnen ondersteunen in het vertalen van regels op het gebied van weerbaarheid naar hun praktijk.”

Vermeer (BBB) stelt het hier deels mee eens te zijn. Ook vindt hij het een goed idee om brancheorganisaties te betrekken bij het zo vroeg mogelijk inschatten wat de impact van nieuwe regels is en wat er gedaan moet worden om daaraan te voldoen. “En we moeten dat publiek private overleg stimuleren nog voor zo’n wet afgerond is. Natuurlijk hebben bedrijven een commercieel belang, maar zij willen ook weerbaar zijn, dus de overheid moet hen daarin ook vertrouwen. Anders krijg je toch weer onuitvoerbare wetten.”

Teng-Li Tai (Volt) vindt het tot slot wat vreemd dat we altijd weer verrast zijn door de impact van wetten zoals NIS2. “Wij sturen toch ministers naar Brussel die mede bepalen wat er gaat gebeuren? Het is niet zo alsof de EU het haar lidstaten oplegt. En toch worden overheid en bedrijfsleven telkens weer verrast.” Ook Volt is voorstander van het vanaf het begin het bedrijfsleven meer bij het vormgeven van regulering te betrekken via brancheorganisaties. Daarnaast kunnen IT-leveranciers bedrijven al helpen, bijvoorbeeld door in hun software automatisch mogelijkheden op te nemen die bedrijven helpen bij compliant worden.

Later deze week deel twee van het Nationale Debat over digitalisering.

Outpost24 17/12/2024 t/m 31/12/2024 BN + BW