Europees Hof: Standaard voor toestemming advertentietrackers in strijd met GDPR
Het Hof van Justitie van de Europese Unie volgt de GBA in de zaak tegen adverteerdersorganisatie IAB Europe. Een standaard binnen de online advertentiesector voor het verkrijgen van toestemming voor advertentietrackers is in strijd met de GDPR, oordeelt het Hof. Het oordeel kan impact hebben op hoe gepersonaliseerde advertenties werken.
De Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit oordeelde in 2020 voor het eerst in een voorlopig oordeel dat een standaard rond informatievergaring voor online advertenties de GDPR overtreedt. De standaard in kwestie komt van IAB Europe, de sectororganisatie voor de advertentie-industrie. Het gaat om het Transparency & Consent Framework, kortweg TCF. Dat is een standaard binnen de online advertentiesector die wordt gebruikt om toestemming te verkrijgen rond advertentietrackers.
In 2022 kwam de GBA tot een finale conclusie waarbij IAB Europe een boete van 250.000 euro kreeg opgelegd en in twee maanden tijd een actieplan moest opstellen. IAB trok daarop naar het hof van beroep (het Marktenhof in Brussel). Die laatste stelde daarop twee prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU, ter verduidelijking van de GDPR-wetgeving.
Europees Hof: TC String is wel degelijks persoonsgegeven
Vandaag heeft dat Europees Hof antwoord gegeven. De zogenaamde TC String, een gestructureerde tekenreeks die de voorkeuren van gebruikers weerspiegelt, is volgens het Europees Hof wel degelijk een persoonsgegeven.
Een tweede vraag gaat over de rol van IAB als verwerkingsverantwoordelijke. Daar is het oordeel dat IAB Europe kan beschouwd worden als verwerkingsverantwoordelijke, omdat het als sectororganisatie procedures voor het vastleggen en doorgeven van de gebruikersvoorkeuren standaardiseert en voorschrijft.
De GBA laat weten dat het oordeel nu in detail wordt geanalyseerd, maar het benadrukt wel dat het Europees hof van Justitie van de Europese Unie hiermee de eerdere uitspraak van de Belgische privacyautoriteit volgt. ‘We zijn ingenomen met de interpretatie van het HvJ-EU dat onze visie bevestigt dat een gestructureerde tekenreeks waarin de gebruikersvoorkeuren worden vastgelegd, een persoonsgegeven is, en dat een sectororganisatie zoals IAB Europe (gezamenlijke) verwerkingsverantwoordelijke is van dit persoonsgegeven,’ zet Hielke Hijmans, voorzitter van de Geschillenkamer van de GBA. ‘Door belangrijke concepten van de AVG te verduidelijken, zal deze uitspraak een positief effect hebben op alle betrokkenen in de Europese Unie. De procedure bij het Belgische Marktenhof kan worden hervat.’
Impact kan groot zijn
De uitspraak die nog moet komen zal grote gevolgen hebben op de advertentiesector in heel Europa. Eerder al legden experts uit dat dit de werking van cookie-popups, en de data die dergelijke systemen verzamelen, op de helling komt te staan. Dat heeft zowel een impact op hoe websites vandaag werken, als op hoe en wanneer gepersonaliseerde advertenties opduiken.
Maar het zal ook gevolgen hebben voor de waarde ervan. Een algemene advertentie levert doorgaans immers minder geld op dan gerichte reclame naar een individuele gebruiker.
In samenwerking met Data News
