“De fysieke veiligheid van data sneeuwt vaak onder”
Steeds meer bedrijven brengen hun data onder in een shared datacenter. Volgens Erwin uit de Bos, Solution Architect van Digital Realty, zijn er een aantal goede redenen om voor colocatie te kiezen. Security is misschien wel de belangrijkste.
Met meer dan 300 datacenters, verdeeld over zes continenten, is Digital Realty een toonaangevende speler in de datacenterbranche. Erwin uit de Bos werkt nu een jaar bij het bedrijf, maar is al 35 jaar actief in de IT. “Ik kom niet uit de datacenterhoek”, vertelt hij. “Ik werkte onder andere voor Dell, Cisco en IBM, maar ook voor diverse partners. Ik heb vooral kennis van wat er in een datacenter gebeurt, minder van hoe een datacenter precies werkt.”
Dat past prima bij de rol die hij heeft. “Het is voor ons belangrijk om te begrijpen wat klanten willen. Het is niet meer zo dat ze gewoon om ‘ruimte’ vragen. We hebben een ecosysteem om ons heen verzameld van partijen die gespecialiseerd zijn in een bepaalde kerncompetentie. Bij projecten zijn eigenlijk altijd verschillende partners en leveranciers betrokken. Met ongeveer vier of vijf partijen werken we dan samen toe naar de beste oplossing. Ik begeleid die trajecten.”
Fysieke beveiliging
Hij merkt dat steeds meer eindklanten kiezen voor een colocatiedienst. Onder meer vanwege het securityaspect. Toch wordt het belang daarvan volgens hem nog altijd onderschat. “Er is veel aandacht voor hackers die proberen van grote afstand ergens in te breken, maar het aspect van fysieke beveiliging sneeuwt vaak een beetje onder. Terwijl social engineering regelmatig voorkomt.”
Fysiek bij de data in een datacenter van Digital Realty komen is misschien wel even lastig als de kluis van een bank of een casino beroven. “We gebruiken heel wat lagen van beveiliging. Uiteraard staat er een groot hek om de gebouwen, lopen er bewakers rond en zijn er beveiligingscamera’s. Voor personen en pakketjes is er een aparte toegang. Die pakketjes moeten worden geregistreerd door mensen die daarvoor zijn geautoriseerd en ze worden vervolgens gecontroleerd door bewakers die daar dag in, dag uit, mee bezig zijn. Als persoon loop je door een sluis, waar je wordt gewogen. Als je bij je vertrek lichter bent dan bij je aankomst, dan volgt een controle.”
Maar dat is nog niet alles. “Toegangsdeuren worden steeds in de gaten gehouden. Ze mogen niet open blijven staan. In de racks kunnen ook camera’s worden opgehangen. Als klanten dat willen regelen we ook biometrische toegang tot die racks, zodat je alleen met een vingerafdruk of een irisscan bij die computers kunt komen. Daarnaast lopen er ook nog bewakers rond van een aantal van onze klanten. Uiteraard gebeurt dat allemaal 24/7. De complete beveiliging is ontworpen door mensen die daar verstand van hebben en die dagelijks kijken hoe het nog beter kan.”
“Beveiliging van dat niveau is niet te betalen als je dat als bedrijf op eigen locatie moet doen”, vervolgt Uit de Bos. “Gevoelsmatig willen bedrijven misschien hun data binnen handbereik hebben, maar je data staat veel veiliger in een datacenter als dat van ons.”
Initiatieven
Digital Realty is aangesloten bij een aantal initiatieven op het gebied van cybersecurity. De eerste is Scion. “Dat is een architectuur waar je veilig systemen op kunt bouwen.” Daarnaast is er Sheltered Harbor. “Cruciale data wordt daarbij opgeslagen in een digitale kluis, waar hackers niet bij kunnen komen. Wat in de kluis heeft gestaan, kan niet meer gewijzigd worden. Als er nieuwe data in gaat, blijft het oude ook gewoon behouden. Als bepaalde data gehackt is, kun je dus in de kluis op zoek naar de laatste schone versie. Wij bieden de beveiligde fysieke ruimte om zo’n kluis neer te zetten.”
Voor het digitale deel van de beveiliging werkt Digital Realty samen met diverse partners. “Wij weten dat daar niet onze eigen expertise ligt, dus daar blijven we vandaan. Maar we hebben ondertussen wel goed door welke partners geschikt zijn om dat deel voor hun rekening te nemen. Als klanten ons die vraag stellen, dan verbinden we onze klanten door met dat soort partners.”
Kunstmatige intelligentie
Er zijn meer redenen om als bedrijf voor een plek in een publiek datacenter te kiezen, geeft hij aan. “Organisaties hebben vanaf hun IT-platform steeds meer verbindingen naar buiten nodig. Van partners naar klanten, maar bijvoorbeeld ook van een eindklant richting de leverancier van bepaalde machines, zodat die de correcte werking kan controleren. Dat meekijken kan veel kosten voorkomen. In datacenters komen die verbindingen samen. Een goede connectiviteit is heel belangrijk voor goede prestaties van je website en daarmee voor de gebruikservaring. Daarvoor moet je met jouw computers dichtbij andere computers staan.”
Dan is er ook nog de groei van kunstmatige intelligentie. “Dat soort systemen vreten energie. Dat is in een publiek datacenter ook zo, maar in een eigen datacenter nog vele malen meer, omdat colocation-datacenters door hun schaalgrootte een stuk efficiënter met stroom om kunnen gaan. In een wat ouder datacenter is de speciale apparatuur die nodig is voor de AI-systemen, zoals waterkoeling, niet aanwezig. Het vraagt om enorme investeringen en die kun je op een veel efficiëntere manier maken als je het op grotere schaal doet, zoals in ons geval.”
Specialistisch werk
Steeds meer bedrijven zien die voordelen in, merkt Uit de Bos. “Grotere organisaties zeker, maar ook de bovenkant van het MKB. De wat kleinere bedrijven missen vaak wat kennis en vertrouwen op het advies van hun IT-partner. Maar ook die raden steeds vaker aan om te stoppen met een eigen datacenter op locatie. Nieuwe wetgeving, waarbij organisaties moeten kunnen uitleggen wat de CO2-uitstoot van hun IT-platform is, trekt bedrijven ook over de streep. Wij hebben die data gewoon tot onze beschikking.”
Investeren in een goede shared datacenter-oplossing is de moeite en het geld waard, concludeert Uit de Bos. “Als je gehackt wordt en je raakt data kwijt, dan ben je al snel weken verder voordat alles weer opnieuw opgebouwd is en draait. Dan praat je over enorme kosten. Een eigen datacenter in de bezemkast goed inrichten is daarnaast ook prijzig en complex. Wat wij doen is gewoon heel specialistisch werk.”