Rob Elsinga, Microsoft: Gen AI is niet voor alles de beste technologie
Het lijkt er soms op dat gen AI tegenwoordig synoniem is voor alles dat met AI te maken heeft. Maar ook gen AI heeft zijn beperkingen, weet Rob Elsinga, National Technology Officer (NTO) bij Microsoft Nederland (niet op de foto). Microsoft werkt zelf en via OpenAI al langer aan AI-instrumenten die organisaties van overheid tot en met bedrijfsleven kunnen ondersteunen in hun digitale transformatie. Maar, zo stelt Elsinga, kies wel de juiste vorm van AI voor de juiste toepassing.
‘Bestaande traditionele AI’, zoals machine learning, zijn gebaseerd op algoritmes die goed voor specifieke doelen ingezet kunnen worden. Generatieve AI is sterk als nieuwe natuurlijke user interface of virtuele assistent in het bevragen van informatiebronnen, bijvoorbeeld als chatbot. Je hebt echter traditionele modellen en machine learning nodig voor voorspellingen, beslisondersteuning of segmentatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de voorspellende modellen van het CPB of hoe verzekeringsmaatschappijen hun premies berekenen.
“Kortom, er blijven andere soorten AI dan gen AI nodig voor dergelijke toepassingen of specifieke datasets", aldus Elsinga onlangs in een interview met Dutch IT Leaders over het belang van AI voor overheidsorganisaties. "Gen AI kan heel veel dingen doen, maar sommige dingen net wat minder goed dan specifieke AI-vormen die gericht zijn op het uitvoeren van een specifieke taak. Ik denk dat deze diverse varianten dan ook naast elkaar zullen blijven bestaan.”
Alternatief bieden
Nu de hype rondom generatieve AI langzaam overgaat in een meer volwassen fase, is het voor overheden in ieder geval van belang om te bepalen waar welke tool hen kan helpen. Iedereen kent ChatGPT, maar er zijn genoeg en vaak veiliger alternatieven, zoals Copilot. Die kunnen voorkomen dat ambtenaren per ongeluk door het gebruik van ChatGPT of andere publieke gen-AI tools gevoelige informatie delen. Je wilt er ook zeker van zijn dat data van burgers of de overheid niet gebruikt wordt om het model te trainen.
"De tweede en derde stap is het gebruik van Gen AI voor productiviteitstoepassingen en het toepassen van Gen AI voor functie specifieke use cases", stelt Elsinga, "bijvoorbeeld voor het ondersteunen van bijvoorbeeld beleidmakers, contractmanagement, HR, callcenters of juridische zaken. De meeste impact kan gemaakt worden met het herontwerpen van volledige business processen, hier is op dit moment slechts een klein deel van organisaties al mee bezig."
Raamwerk voor AI
De Rijksoverheid lanceerde eerder dit jaar haar visie op generatieve AI. Verder is daar onder meer de Europese AI Act. Allemaal bedoeld om een goed juridisch en ethisch raamwerk te bieden waarbinnen (gen) AI zich kan ontwikkelen. En Elsinga acht dat het ook noodzakelijk is dat overheden AI goed reguleren, daar waar het impact heeft op zaken zoals wet- en regelgeving, of om gevoelige informatie en cases.
“Ik denk dan ook dat de overheid een goede eerste stap heeft gezet die nu doorontwikkeld zal moeten worden. Tegelijkertijd denk ik dat we creatief moeten zijn in wet- en regelgeving op het gebied van gen-AI. Er moet niet alleen gekeken worden naar wat er niet kan, waar de gevaren liggen, maar ook naar wat er wel kan en waar dit voordelen oplevert. Dat zullen voor de overheid in eerste instantie bijvoorbeeld chatbots zijn voor specifieke toepassingen die burgers kunnen helpen met bepaalde vragen of acties.”
Laaghangend fruit
Elsinga ziet bij bedrijfsleven en overheden vergelijkbare toepassingen en hetzelfde laaghangende fruit als het gaat om use cases. Denk aan agents zoals die worden ingezet bij callcenter, aan chatbots, of – vooral bij de overheid – het vinden van informatie.
“We zien wel dat de overheid voorzichtiger is en misschien ook wel moet zijn in de toepassing van AI. Overheden zullen eerst werken aan duidelijke waarborgen en richtlijnen, terwijl het bedrijfsleven meer iteratief te werk gaat. Zij gaan eerder voor een goede use case en stellen tijdens de uitvoering hiervan waarborgen en richtlijnen op om tot verantwoord gebruik te komen.”
Soms, meent Elsinga, kan het voor overheden goed zijn om iets meer naar het bedrijfsleven te kijken. Ook banken, toch een behoorlijk gereguleerde sector, zijn toch meer op een bedrijfsmatige manier bezig met use cases. “Maar zowel voor bedrijfsleven als overheid geldt dat ze nog maar aan het begin staan, aan het testen zijn met use cases die niet privacygevoelig zijn, maar wel een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de dienstverlening. Elke organisatie zou een AI-organisatie moeten zijn of worden, maar dat realiseren binnen de overheid zal niet van vandaag op morgen gebeuren.”
Het interview met Rob Elsinga gemist? Lees het hier terug.