Hof van Justitie van de EU fluit AP terug in zaak rond verkoop ledengegevens tennisbond
Het doorverkopen van leden- en klantgegevens voor direct marketing is onder bepaalde omstandigheden toegestaan, oordeelt het Hof van Justitie van de EU. De Nederlandse Autoriteit Persoonsgegevens (AP) zit mogelijk fout met een boete die in het 2020 oplegde aan de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond (KNLTB) wegens het doorverkopen van ledengegevens aan twee sponsors, waarmee de tennisbond de AVG zou hebben geschonden.
De KNLTB kreeg in 2020 een boete van 525.000 euro opgelegd door de AP wegens het verkopen van persoonsgegevens van enkele honderdduizenden leden aan twee sponsoren. Onder meer persoonsgegevens zoals naam, geslacht en adres van leden werden verkocht. De sponsoren konden hiermee een selectie van de leden benaderen met tennisgerelateerde en andere aanbiedingen. Een deel van de leden is daadwerkelijk via post of telefoon benaderd.
'AVG geschonden'
Na klachten van leden startte de AP een onderzoek en concludeerde dat de KNLTB met zijn werkwijze de AVG heeft geschonden. De KNLTB vond dat ze een gerechtvaardigd belang had om de gegevens te verkopen. De Autoriteit Persoonsgegevens was het hier echter niet mee eens en stelde dat de KNLTB geen geldige basis had om persoonsgegevens aan sponsoren te verkopen.
Het Hof van Justitie van de EU oordeelt nu echter dat de AP te streng is geweest met zijn interpretatie van de AVG, en een commercieel belang in sommige gevallen wel degelijk een gerechtvaardigd belang kan zijn. Wel benadrukt het Hof daarbij dat de verkoop van gegevens niet automatisch een gerechtvaardigd belang is, en hieraan eisen worden gesteld. Denk daarbij aan voorwaarden aan de toestemming die leden moeten verlenen.
Boete niet direct kwijtgescholden
De uitspraak betekent niet dat de boete die de AP de tennisbond oplegde wordt kwijtgescholden; de rechtbank Amsterdam buigt zich later opnieuw over de zaak. Het moet daarbij het vonnis van het Hof van Justitie van de EU in acht nemen.
In een reactie meldt de AP de burger voorop te stellen en daarom van mening te zijn dat bedrijven persoonsgegevens van mensen nooit zonder toestemming mogen verkopen om geld te verdienen. Ook meldt de toezichthouder nog altijd van mening te zijn dat dit is 'hoe het zou moeten zijn', maar dit dit helaas niet de juridische realiteit is. Het benadrukt daarbij dat de uitspraak van het Hof vaan vrijbrief is voor bedrijven en andere organisaties om zonder toestemming van alles te doen met persoonsgegevens om hiermee geld te verdienen.
De uitspraak van het Hof van de Justitie van de EU is hier te vinden.