Rechtbank Den Haag oordeelt over proportionaliteit voorwaarden aanbesteding softwarelicenties
In een kort geding heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag op 23 december 2024 uitspraak gedaan over de proportionaliteit van voorwaarden in een aanbesteding voor de levering van softwarelicenties. Het ging om twee vergelijkbare Europese aanbestedingsprocedures van de Staat der Nederlanden, waarbij SoftwareONE Netherlands B.V. als eiseres optrad. Dit nadat Computacenter, Dustin en Protinus IT de aanbesteding wonnen. SoftwareOne verloor de twee aanbestedingsprocedures De twee gunningen zijn door de rechter verboden.

De kern van het geschil betrof de voorwaarden die de Staat stelde aan de resellers die de softwarelicenties leveren. De rechter oordeelde in een uitspraak op 10 januari 2025 dat zowel de voorwaarde dat de reseller een verwerkersovereenkomst moet sluiten met de deelnemer, als de voorwaarde dat de reseller onbeperkt aansprakelijk is voor schendingen van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), disproportioneel zijn. Dit geldt met name in situaties waarin de reseller geen toegang heeft tot de persoonsgegevens en deze niet zelf verwerkt.
Achtergrond
De Staat had de aanbestedingen uitgeschreven voor de levering van standaardprogrammatuur en bijbehorende diensten ten behoeve van het Ministerie van Defensie en andere overheidsorganen. SoftwareONE, een reseller van softwarelicenties, was van mening dat de gestelde voorwaarden onredelijk waren en diende een klacht in bij de Commissie van Aanbestedingsexperts (CvAE). De CvAE oordeelde dat de klacht gegrond was en dat de Staat de voorwaarden moest aanpassen.
Uitspraak
De voorzieningenrechter volgde het advies van de CvAE en oordeelde dat de voorwaarden inderdaad disproportioneel waren. De rechter overwoog dat de Staat onvoldoende had aangetoond waarom de voorwaarden noodzakelijk waren en dat er minder bezwarende alternatieven mogelijk waren.