Weinig organisaties maken gebruik van geautomatiseerde gegevensuitwisseling

Dit blijkt uit onderzoek van SureSync, onderdeel van Visma Connect en gespecialiseerd in gegevensuitwisseling, onder ruim 330 leidinggevenden van Nederlandse organisaties. Doordat veel bedrijven nog handmatig data delen en geen controles uitvoeren, neemt de kans op fouten toe, wat het risico op een datalek vergroot. Een datalek kan grote negatieve gevolgen hebben voor een organisatie, zowel operationeel als juridisch en qua reputatie.

Gemak boven veiligheid

Het risico op fouten blijft niet onopgemerkt: 41 procent van de leidinggevenden vreest voor een datalek bij het uitwisselen van gegevens met andere organisaties. Ondanks deze zorg kiest een derde van de organisaties gemak boven veiligheid. Er zijn verschillende redenen waarom dit probleem vaak niet wordt aangepakt. Zo geeft 34 procent van de leidinggevenden aan dat er te weinig personeel is om gegevensuitwisseling goed te organiseren, terwijl 27 procent een gebrek aan tijd als obstakel ziet.

Veilige gegevensuitwisseling met andere organisaties blijft een uitdaging. Meer dan een derde van de leidinggevenden (38 procent) beschouwt datadeling als een hoofdpijndossier binnen hun organisatie. Toch zijn er plannen om de situatie te verbeteren. Zo heeft 24 procent van de organisaties het doel om binnen drie jaar de gegevensuitwisseling volledig te automatiseren.

Sander Odijk, Managing Director van SureSync: “We zien dat veel organisaties worstelen met het verder professionaliseren van een gestructureerde uitwisseling van hun gegevens. Nu cyberdreigingen toenemen en de Europese wetgeving verder aanscherpt, is het belangrijk dat organisaties grip krijgen op gegevensuitwisseling. Veilig en gestructureerde gegevensuitwisseling hoeft niet ingewikkeld te zijn. Organisaties die hier nog niet mee bezig zijn, moeten in actie komen. Denk aan het opstellen van richtlijnen voor medewerkers, bewustwording creëren van de gevolgen en gebruikmaken van de juiste oplossingen. Zo krijgen organisaties grip op gegevensuitwisseling en is dit niet langer een hoofdpijndossier.”