Veel HR-professionals niet op de hoogte van wetsvoorstel rond modernisering concurrentiebeding
39 procent van de HR-professionals heeft een concurrentiebeding in arbeidscontracten opgenomen, maar handhaaft deze in de praktijk niet. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aangekondigd dat een wetsvoorstel voor de modernisering van het concurrentiebeding naar verwachting eind 2025 wordt ingediend. Echter, 37 procent van de HR-professionals is zich hiervan niet bewust.

Dit blijkt uit een onderzoek onder meer dan 500 HR-professionals door Visma YouServe. Er bestaan twijfels over de waarde en noodzaak van het concurrentiebeding. Bijna een derde (29%) van de HR-professionals ziet er geen toegevoegde waarde in, en 19 procent vindt dat het meer nadelen dan voordelen oplevert. Daarnaast zijn er zorgen over de impact van de moderniseringsplannen: 21 procent vreest dat de wijzigingen hun concurrentiepositie zullen verzwakken, en eenzelfde percentage ziet het als een bedreiging voor personeelsbehoud.
Vergoeding voor werknemers
Het concurrentiebeding beperkt werknemers in hun mogelijkheid om na vertrek bij een concurrent te werken. Volgens de plannen gepresenteerd op Prinsjesdag 2024, zal deze beperking maximaal één jaar duren en moet de werkgever een vergoeding betalen van de helft van het laatst verdiende loon per maand dat het beding wordt ingeroepen. Ook moet de werkgever het toepassingsgebied en de noodzaak van het beding onderbouwen.
Ondanks dat veertig procent van de HR-professionals op de hoogte is van deze mogelijke veranderingen, is slechts 17 procent al bezig met voorbereidingen. Twee op de vijf (39%) zijn nog niet begonnen met voorbereidingen, en voor 31 procent is het wetsvoorstel niet relevant omdat zij geen gebruik maken van een concurrentiebeding.