Mario Suykerbuyk, CIO TenneT: 'Energietransitie vergt ook verregaande digitale transitie’
De rol van TenneT, beheerder van het Nederlandse hoogspanningsnet, is de afgelopen jaren behoorlijk veranderd. Minimaal een verdubbeling van het elektriciteitsnet staat voor de komende jaren op het programma, met elke maand weer een flinke groei in het aantal werknemers. Een vitale infrastructuur die centraal staat in de Nederlandse energietransitie vergt ook een zeer goede digitale fundering, weet Mario Suykerbuyk, sinds zo’n 2,5 jaar CIO van TenneT. “Het is af en toe echt wel een uitdaging om zo snel te veranderen.”

Met zo’n negen jaar ervaring in de energiewereld zijn de snelle veranderingen die de energietransitie betekent voor energieleveranciers en netbeheerders niet nieuw voor Mario Suykerbuyk. Toch is de dynamiek bij TenneT heel anders dan die bij Eneco, waar hij actief was voor de overstap naar TenneT.
“Bij TenneT is er veel meer sprake van uitvoerend werk, met een investeringsportefeuille van miljarden euro’s per jaar. Eneco is meer een b2b- en b2c-markt, met ongeveer 2 miljoen klanten, en is primair salesgericht. Verder worden partijen zoals Eneco steeds meer actief in de hernieuwbare energie, zoals windmolens en zonneparken. Wij zijn de partij die voor alle Eneco’s van Nederland en een groot deel van Duitsland de infrastructuur aanlegt tussen aanbod van en vraag naar energie.”
Enorme groei
TenneT groeit ook enorm. Een jaar of zes geleden telde de netbeheerder bijna 5.000 werknemers. Inmiddels zijn dat er ’net geen 10.000, inclusief de Duitse tak. En met reden: de komende jaren wordt een verdubbeling tot vervijfvoudiging verwacht van de vraag naar elektriciteit. Dat betekent minimaal een verdubbeling van de netcapaciteit en op de meeste plekken een verdrievoudiging: elektriciteitsstations, bovengrondse en ondergrondse kabels.
Suykerbuyk: “We zien nu dat die vraag naar elektriciteit vooral in de avond toeneemt: koken, wassen, opladen van elektrische auto’s. Het is de uitdaging om die vraag meer over de tijd te verdelen, zodat de piek afvlakt en ons netwerk beter wordt benut. Anderzijds zijn we van enkele tientallen hele grote elektriciteitsproducenten naar miljoenen veelal kleinere producenten gegaan, zoals de huiseigenaar met zonnepanelen op de woning. Kleine producenten die die vaak dezelfde pieken en dalen in hun aanbod hebben: zon overdag, wind als het waait. Een hele ingewikkelde dynamiek waar we grip op moeten krijgen.”
Digitalisering dubbel belangrijk
Digitalisering is daarom zowel intern als extern belangrijk, benadrukt Suykerbuyk. “We groeien snel in werknemers én in infrastructuur. We investeren vele miljarden euro’s in de uitbreiding van ons net in het kader van de energietransitie, maar ook in de digitale backbone voor onderhoud en beheer van dat net.”
Zo zijn de control rooms die het elektriciteitsnet monitoren volledig gedigitaliseerd om de enorm veranderde netdynamiek aan te kunnen, schetst Suykerbuyk. Voorheen had je gas- en kolencentrales, een net en afnemers. Vraag en aanbod waren redelijk goed te voorspellen en op elkaar af te stemmen, misschien wel een maand van te voren. Nu zijn er honderdduizenden kleine en grotere leveranciers van – steeds vaker hernieuwbare – energie. Windparken, zonneparken, de zonnepanelen op je dak, een elektrische auto, warmtepompen, een industrie van kolen en gas naar elektrisch gaat. Het voorspellen van vraag en aanbod wordt een minutenkwestie.
“We groeien ontzettend hard om die veranderende dynamiek van het net aan te kunnen. Een gascentrale is veel voorspelbaarder dan een wind- of zonnepark en dat heeft impact op het net. Volledig digitale besturing en monitoring is dan een must. Verder krijgen we enorme hoeveelheden data uit het net, die we met AI-tools zoals machine learning omzetten in inzichten en voorspellingen: niet voor de komende maand, maar voor het komende uur, half uur en kwartier.”
Veranderende datadynamiek
Niet alleen de dynamiek van het elektriciteitsnet verandert steeds sneller. Hetzelfde geldt voor de datadynamiek. Suykerbuyk: “Een regulier regionaal hoogspanningsstation van TenneT, waar kabels uit diverse windrichtingen samenkomen, geeft een aantal signalen per minuut af. De offshore-stations waar windparken op zee op worden aangesloten, geven zo’n duizend signalen per seconde af: een enorme hoeveelheid data uit met name het OT-landschap. Een deel moet in de OT-omgeving blijven, een deel mag naar de IT-omgeving, waar je data analyseert en verwerkt tot inzichten en voorspellingen.”
Toch hoeft het TenneT IT-landschap niet zo snel uit te breiden als het werknemersbestand of de hoogspanningsinfrastructuur. Zo zijn de IT-systemen van TenneT modulair opgebouwd, wat het bijvoorbeeld eenvoudig maakt om nieuwe basisstations aan te sluiten. “We hoeven niet zozeer onze systemen aan te passen of uit te breiden voor de hoeveelheid data die we ontvangen uit ons net, maar we investeren steeds meer in onze AI-gereedschapskist. We moeten wel AI-tools inzetten om de veranderende dynamieken te beheersen.”
TenneT-strategie
Digitalisering maakt onderdeel uit van een TenneT-strategie die bestaat uit drie pijlers:
- Het uitbouwen van het elektriciteitsnet.
- Het beter benutten van het elektriciteitsnet. Het net is namelijk vol, er staan tienduizenden ondernemers op een wachtlijst om aangesloten te worden.
- De klant meer centraal: alles wordt afgestemd op klantbehoeften. Het net is ‘vol’, maar vooral op piekmomenten. Dat is 15 procent van de tijd. Daarbuiten is nog wel capaciteit.
IT, digital, data en AI zijn essentieel om deze pijlers te ondersteunen, vertelt Suykerbuyk. “Zo proberen we op basis van data piekmomenten in stroomverbruik en -levering af te platten, in plaats van te blijven bouwen om die piekmomenten bij te benen. Via dynamic line rating, kunnen we bepalen of er toch nog iets meer elektriciteit door een lijn kan. Dit helpt de druk op het net te verminderen. En soms moeten klanten ook meebewegen: een staalfabriek of een datacentrum kan iets afschalen tijdens een piekmoment. Door afspraken over meer of minder afname of juist leveranties op piekmomenten, komt er meer ruimte voor andere afnemers en verminderen we de congestie op het net; de volle netten.”
Inrichting IT aangepast
Toen Suykerbuyk aantrad, heeft hij de inrichting van de IT aangepast: op basis van value streams – end-to-end processen – niet hoe afdelingen zijn georganiseerd. “Je moet echt de kernprocessen in kaart brengen en op basis daarvan automatiseren. Vervolgens heb we een strategic workforce planning gemaakt om te inventariseren welke competenties we nu hebben en waar we de komende jaren over moeten gaan beschikken. Daarbij zie je een sterke verschuiving van meer operationele rollen naar regiefuncties en naar rollen die te maken hebben me data, data analytics, en bijvoorbeeld AI.”
De snelle groei van het werknemersbestand betekent ook een andere onboarding van nieuwe werknemers en de noodzaak om voor de huidige medewerkers goed inzichtelijk te maken welke bedrijfsmiddelen er op de werkpleknodig zijn. “Om dit te stroomlijnen hebben we de afgelopen twee jaar bijvoorbeeld de overstap gemaakt naar Office 365 en Microsoft Copilot geïntroduceerd voor gen AI-ondersteuning op de werkplek. We zijn in IT goed in het volgen van hype cycles, zoals big data, blockchain, AI, gen AI, quantum. Maar je moet daar wel de juiste waarde uithalen op het juiste moment en dat vervolgens weer geadopteerd krijgen in je gebruikersorganisatie. Omdat we hier steeds meer grip op krijgen, verloopt deze snelle verandering goed. Maar kan altijd beter.”
Overigens verschilt de mate van IT-volwassenheid per value stream, schetst Suykerbuyk. Zo zijn de control rooms – system operations – veel verder in het sturen op data dan bijvoorbeeld field engineering, waar men dagelijks nog met fysieke assets bezig is. “Door onze acceptatieprogramma’s op basis van de value streams in te richten, kunnen we de adoptie van digitale instrumenten geleidelijk doorvoeren in plaats van als een reeks big bangs. Dat is denk ik wel een sleutel voor ons succes in de adoptie van digitalisering in de organisatie.”
Positieve blik
Suykerbuyk kijkt positief naar de toekomst, stelt hij tot slot. “We hebben in ruim twee jaar een goede basis staan en kunnen nu echt accelereren op het digital, data- en AI-vlak. Over drie jaar verwacht ik dan ook dat we beter in staat zijn om de data uit onze asset-base uit te nutten en draagt onze IT-organisatie aantoonbaar bij aan het sneller aansluiten van onze klanten op het dan bestaande grid, het verminderen van wachtrijen en een onverminderd grote leveringszekerheid. We zijn wat dat betreft verwend in Nederland. Maar met alle dynamiek op het net, de snelle uitbreiding, wordt het allemaal veel complexer. Als wij dat kunnen realiseren, dan hebben we het goed gedaan.”
Over TenneT
TenneT is als landelijke netbeheerder verantwoordelijk voor de hoogspanningsnetten - de stroomsnelwegen. Alleen de grote energiecentrales en de allergrootste wind- en zonneparken zijn aangesloten op het net. Hetzelfde geldt voor grote datacentra, staalproducenten et cetera. Zij hebben hun eigen op- en afritten op het hoogspanningsnet.
De midden- en laagspanningsnetten zijn van de regionale netbeheerders, zoals Liander in Gelderland – de provinciale en lokale wegen. De meeste consumenten zijn aangesloten op laagspanningsnetten – vanuit de transformatorhuisjes. De meeste bedrijven, wind- en zonneparken zijn aangesloten op de middenspanningsnetten.