Veel vrouwen zijn binnen EU werkzaam in wetenschap en technologie
Tijdens Internationale Vrouwendag op 8 maart is er een onderzoek gepubliceerd dat zich richt op EU-landen een verrassende dynamiek: ondanks de verschillende niveaus van gendergelijkheid lopen vrouwen in de meeste landen voorop op het gebied van wetenschap en technologie.
In deze studie analyseert Surfshark de relatie tussen de gegevens over het aantal werkzame personen in de wetenschap en technologie van Eurostat met de Gender Equality Index.
Belangrijkste inzichten
- In 2022 was bijna 1 op de 6 personen in de EU werkzaam in de wetenschaps- en technologiesector, wat neerkomt op een totaal van 76 miljoen mensen. Van ruim driekwart van de landen (21 van de 27) was meer dan de helft van de professionals in deze sector vrouw, tot een totaal van 40 miljoen in de hele EU.
- In de landen met een lagere algemene gendergelijkheid was het aandeel vrouwen in wetenschaps- en technologiebanen groter. In de twaalf landen waar vrouwen meer dan 50% van de wetenschappelijke en technologische beroepsbevolking uitmaken, ligt de algemene gendergelijkheid onder het EU-gemiddelde. In landen die zich in het onderste kwartiel van de gendergelijkheidsindex bevonden, bezetten vrouwen bijvoorbeeld 55% van de banen in de wetenschap en technologie, vergeleken met de landen in het bovenste kwartiel waar vrouwen 51% van de beroepsbevolking in deze sector vertegenwoordigden.
- De trend van lagere gendergelijkheid die samengaat met een hoger percentage vrouwen in wetenschappelijke en technologische functies was ook prominent aanwezig in landen met een lager BBP per hoofd van de bevolking. Het gemiddelde BBP per hoofd van de bevolking in landen in het onderste kwartiel van de gendergelijkheidsindex bedroeg € 21.000, wat in schril contrast staat met € 56.000 in de landen in het bovenste kwartiel.
- De Baltische landen, Bulgarije en Polen waren toonaangevend wat betreft het percentage vrouwen op het gebied van wetenschap en technologie, waarbij vrouwen 58% tot 64% van de professionals op dit gebied vertegenwoordigen. De gemiddelde gendergelijkheidsscore in deze landen was 62,6, wat lager is dan het EU-gemiddelde van 67,6.
- Malta, Italië en Tsjechië stonden bekend om het laagste percentage vrouwen in de wetenschap en technologie, maar vrouwen vormden nog steeds een aanzienlijke 46% tot 49% van de beroepsbevolking in de sector. De scores op de gendergelijkheidsindex in Malta en Italië lagen boven het EU-gemiddelde, met scores van respectievelijk 67,8 en 68,2. Tsjechië viel echter op als het enige EU-land met zowel een ondergemiddelde gendergelijkheidsscore van 57,9 als een beroepsbevolking in de wetenschap en technologie met minder dan 50% vrouwen.
Methodologie en bronnen
Gegevens over de bevolkingsomvang en het aantal werkzame personen in de wetenschap en technologie in de Europese Unie in 2022 zijn verzameld uit de Eurostat-database. Gegevens over de Gender Equality Index (2023) zijn verzameld bij het Europees Instituut voor Gendergelijkheid. Gegevens werden verzameld en geanalyseerd met betrekking tot individuen in wetenschap en technologie per geslacht, per 100 mensen, per bbp per hoofd van de bevolking en per kwartielen van de Gender Equality Index.
Voor het volledige onderzoeksmateriaal achter dit onderzoek kunt u hier terecht.
Er zijn gegevens verzameld van:
Eurostat (2022). Human Resources in Wetenschap en Technologie per categorie en geslacht 2022;Eurostat (2022). Bevolking op 1 januari naar leeftijd en geslacht 2022;Europees Instituut voor gendergelijkheid (2023). Gendergelijkheidsindex 2023;De Wereldbank (2022). BBP per hoofd van de bevolking 2022.